Paragraaf 8. Uitvoering en Handhaving

Deze paragraaf geeft een nadere toelichting op de taken van de provincie op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Met de komst van de Omgevingswet is de terminologie aangepast. De term VTH is vervangen door U&H, wat staat voor Uitvoering en Handhaving. In deze nieuwe benadering valt vergunningverlening onder het begrip uitvoering, terwijl handhaving zowel toezicht als daadwerkelijke handhaving omvat.

Hoewel U&H de nieuwe officiële term is, wordt in de praktijk nog regelmatig de oude term VTH gebruikt. Beide termen worden daarom momenteel naast elkaar gehanteerd.

Uitvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 8. Uitvoering en Handhaving - Uitvoering

De taken zijn belegd binnen de provinciale organisatie en bij de omgevingsdiensten FUMO en ODG.
Bij de FUMO  (Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing) is een breed pakket aan milieutaken ondergebracht.  Dit betreft voornamelijk U&H-taken en de advisering op specialistische terreinen als externe veiligheid, bodem en geluid.
De ODG (Omgevingsdienst Groningen) is één van de zes omgevingsdiensten die is aangewezen als Seveso-omgevingsdienst.  De ODG richt zich op de uitvoering van de U&H-taken voor de majeure risicobedrijven in de drie Noordelijke provincies. Zij  voert deze taken uit voor de provincie Fryslân en de provincies Groningen en Drenthe.

Mandaat

Terug naar navigatie - Paragraaf 8. Uitvoering en Handhaving - Mandaat

Gedeputeerde Staten hebben aan de ambtelijke provinciale organisatie en de FUMO en ODG mandaat verleend, zodat zij de aan hen opgedragen taken kunnen uitvoeren.  Over gevoelige zaken vindt overleg en afstemming met de verantwoordelijk portefeuillehouder plaats. In het Interbestuurlijk Programma Versterking VTH stelsel (IBP VTH) is een landelijk, uniform mandaat voorbereid. Dit uniform mandaat is erop gericht dat de omgevingsdiensten de aan hen opgedragen taken efficiënt en onafhankelijk (binnen de grenzen van het verleende mandaat) kunnen uitvoeren.

VTH bijdrage aan doelen

Terug naar navigatie - Paragraaf 8. Uitvoering en Handhaving - VTH bijdrage aan doelen

Het karakter van het U&H instrumentarium maakt dat er veelal sprake is van een indirecte bijdrage aan de realisatie van doelen uit  verschillende beleidsvelden. De basisgedachte is dat normconform gedrag, een goede naleving van wet- en regelgeving, bijdraagt aan veiligheid, gezondheid en een duurzame leefomgeving. Zo versterkt een goede uitvoering van U&H- taken de naleving van wet- en regelgeving en wordt  met de inzet van het U&H instrumentarium bijgedragen aan de realisatie van doelen uit de beleidsvelden:

  • 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur;
  • 3.1 Natuur;
  • 4.2 Water en Bodem;
  • 4.3 Milieu
  • 4.4 Energietransitie
  • 5.1 Economie

VTH beleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 8. Uitvoering en Handhaving - VTH beleid

Voor de uitvoering van de U&H-taken stellen Provinciale Staten verordeningen (zoals de Omgevingsverordening) en Gedeputeerde Staten uitvoeringsbeleid  (U&H strategie) vast. Het vaststellen van een uitvoerings- en handhavingsstrategie volgt uit afdeling 13.2 van het Omgevingsbesluit.  Het beleid is in de volgende documenten vastgelegd:

  • Uitvoering & Handhavingsstrategie provincie Fryslân 2025-2028;  Hierin is het algemene beleidskader voor de uitvoering van U&H taken opgenomen . De UHS beschrijft de uitgangspunten, doelen (wat) en strategieën (hoe) voor de uitvoering en handhaving.  De UHS is van toepassing op alle U&H taken die door de eigen organisatie (thuistaken) en door de FUMO worden uitgevoerd (de zogenaamde plustaken).   
  • Uitvoering  & Handhavingsstrategie Fryslân 2025-2028; Dit beleidsdocument bevat het uniforme beleid voor de U&H-taken die door de Friese gemeenten en de provincie wettelijk verplicht bij de FUMO zijn ondergebracht.  Het is wettelijk verplicht dat dit beleid voor de basistaken uniform moet zijn op het niveau van een omgevingsdienst zodat dit bijdraagt aan een gelijk speelveld voor inwoners en bedrijven en zorgt voor een efficiënte uitvoering door de FUMO.   
  • U&H strategie Noordelijke maat; Hierin is het beleidskader opgenomen voor de majeure risico-bedrijven (Seveso bedrijven) waarvan de U&H-taken door de ODG worden uitgevoerd voor de drie Noordelijke provinciën.

Wat willen we bereiken?

De wet- en regelgeving waarin GS als het bevoegde gezag is aangewezen bevat specifieke doelen. GS heeft medebewind voor deze landelijke regelgeving en streeft op deze doelen goede naleving na. 
De Omgevingswet biedt overheden keuzeruimte om doelen voor de leefomgeving te bereiken. In de POVI is een strategische en lange termijn visie voor de fysieke leefomgeving opgenomen. Vanuit het Rijk wordt gewerkt aan een Nationaal Milieu Programma wat vertaald dient te worden naar regionaal niveau.  Deze vertaling vindt zijn weg  via de instrumenten uit de U&H-beleidscyclus en wordt uitgewerkt in de U&H strategie. Daarin is voor verschillende onderwerpen nader uitgewerkt op welke wijze een bijdrage wordt geleverd aan wettelijke en andere beleidsdoelen door een goede uitvoering van de wettelijke U&H-taken  en wordt een bijdrage geleverd aan een veilige,  gezonde en duurzame leefomgeving.  Daarom wordt een versterking en borging van de U&H beleids- en operationele cyclus nagestreefd.

VTH uitvoeringsprogramma en – jaarverslag

Terug naar navigatie - Paragraaf 8. Uitvoering en Handhaving - VTH uitvoeringsprogramma en – jaarverslag

De U&H strategie is uitgewerkt in een operationele uitvoeringsprogramma. Het  jaarlijkse uitvoeringsprogramma bevat een meer gedetailleerde uitwerking van de verwachte resultaten en de daarvoor benodigde inzet vanuit de provinciale organisatie, de FUMO en de ODG. In jaarverslagen wordt na afloop gerapporteerd aan - en verantwoording afgelegd door - Gedeputeerde Staten over de uitvoering van de U&H-taken. Het verslag is tevens een belangrijk evaluatiemoment: ligt de uitvoering op koers, is er aanleiding om te (her)prioriteren en/of doelen bij te stellen. 

Inhoudelijke speerpunten

Terug naar navigatie - Paragraaf 8. Uitvoering en Handhaving - Inhoudelijke speerpunten

Hieronder worden enkele inhoudelijke speerpunten benoemd:

•    Beleidsontwikkeling
Er wordt in IPO-verband bijgedragen aan de ontwikkeling van (landelijk) U&H-beleid. Daarbij sluiten wij aan bij de programmalijnen uit de bestuurlijke IPO-agenda  Ruimte en leefomgeving (2024-2028). Binnen deze programmalijnen vallen onderwerpen als gezonde leefomgeving, veilige leefomgeving, externe veiligheid, vervoer gevaarlijke stoffen, drugsafvaldumpingen, varend ontgassen, circulaire economie en U&H, klimaat en U&H, zeer zorgwekkende stoffen, financiële zekerheidstelling, diepe plassen,  versterking VTH-stelsel en Nationaal Milieuprogramma.

•    De doorontwikkeling en versterking van het VTH-stelsel
De aanbevelingen uit het rapport “Om de leefomgeving” van de Commissie Van Aartsen (2021) zijn de afgelopen jaren omgezet en uitgewerkt in een groot aantal verbetervoorstellen.  Dit heeft plaats gevonden in het Interbestuurlijk programma (IBP VTH). Het IBP-VTH is inmiddels afgerond. In januari 2025 hebben het Rijk, VNG, IPO en OD-NL samenwerkingsafspraken ondertekend. Daarmee committeren alle partijen zich tot de implementatie en borging van de verbetervoorstellen, zodat dit - uiteindelijk - bijdraagt aan een daadwerkelijke verbetering van het VTH-stelsel. Een belangrijk onderdeel hiervan is dat de omgevingsdiensten, waar een belangrijk deel van de uitvoering van U&H-taken (al dan niet wettelijk verplicht) is ondergebracht meer robuust moeten worden en in staat moeten worden gesteld om meer onafhankelijk de aan hen opgedragen taken uit te kunnen voeren. Het gaat dan om onderwerpen als de financieringssystematiek van omgevingsdiensten, een landelijk uniform modelmandaat, robuustheidscriteria, ontwikkelen van een kennisinfrastructuur en adequate informatie-uitwisseling en monitoring. Hierbij is samenwerking  binnen de U&H-keten  en een regionale versterking van de uitvoeringspraktijk een belangrijk uitgangspunt om te komen tot de gewenste robuuste omgevingsdiensten. Een belangrijke basisvoorwaarde is dat onder de deelnemers in de omgevingsdienst een gezamenlijk en gedragen beeld aanwezig is van wat zij van een omgevingsdienst verwachten en (in hun rol als eigenaren van de omgevingsdienst) de middelen beschikbaar stellen die daarvoor nodig zijn. 

•    Majeure risicobedrijven 
Fryslân kent 14 majeure risicobedrijven (peildatum 1 januari 2025). De uitvoering van U&H-taken bij deze bedrijven is, zoals eerder aangegeven, opgedragen aan de ODG. De uitvoering van deze taken vindt plaats overeenkomstig de productie- en kwaliteitsnorm “Noordelijke Maat” zoals die tussen de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe met de ODG is overeengekomen. 

•    Coördinatie & regie en samenwerking
Gedeputeerde Staten hebben de wettelijke taak tot coördinatie en afstemming tussen overheden en andere organisaties in Fryslân die betrokken zijn bij de uitvoering van U&H-taken. Deze samenwerking heeft een beleidsmatig en kaderstellend karakter. De onderwerpen komen voort uit de meerjarenagenda, aangevuld met actuele thema’s en worden behandeld in het Fries U&H-overleg.  Hierin zijn  de  Friese gemeenten, het Wetterskip, FUMO en andere relevante partijen zoals het Openbaar Ministerie, terreinbeherende organisaties, en Rijkswaterstaat vertegenwoordigd.   Het Fries U&H-overleg zal zich in 2026 in toenemende mate richten op de implementatie/borging van de onderwerpen  uit de verbetervoorstellen voor het U&H-stelsel die betrekking hebben op gemeenten en provincie. Onderwerpen die raken aan de omgevingsdienst zullen in FUMO-verband worden opgepakt. Wij stemmen onze inzet af op de implementatie-afspraken die landelijk worden  gemaakt voor het verbeteren van het U&H-stelsel. 

Als provincie werken we veel en intensief samen met andere overheden, uitvoeringsorganisaties en andere instanties in concrete zaken. Deze samenwerking is erop gericht om daar waar nodig krachtdadig en als één overheid te kunnen acteren. Wij doen dit in onder andere in:

  •  Noordelijk verband:  met provincie Groningen, Fryslân en Drenthe en Politie Noord-Nederland;
  • Waddengebied met o.a. provincie Groningen, Fryslân en Noord-Holland maar ook Rijkswaterstaat en Beheer Autoriteit Wadden;
  • Samenwerking toezicht bij de Natura 2000 – gebieden met o.a. terreinbeherende organisaties It Fryske Gea, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.