Paragraaf 9. Grote projecten

In deze paragraaf staan de grote projecten en programma’s in de provincie Fryslân. Hieronder verstaan we projecten of programma’s die een meerjarig karakter hebben, en waarvan PS besloten hebben tot uitvoering over te gaan. Het gaat om projecten en programma’s met grote maatschappelijke impact. De realisatie is van belang voor het halen van de provinciale doelstellingen, zoals de resultaatdoelstellingen uit het bestuursakkoord. Daarbij geldt dat deze projecten (significante) bestuurlijke en/of juridische en/of financiële risico’s kennen. De provincie speelt in deze projecten een regisserende of stimulerende rol. 

De paragraaf is ontstaan vanuit de periodieke sturingsbehoefte van PS op deze (en toekomstige) programma’s en projecten. Jaarlijks wordt in overleg met de auditcommissie bepaald welke projecten en programma’s voldoen aan de criteria om in de begroting van het volgende jaar in de paragraaf opgenomen  te worden. 

Elk project/programma wordt toegelicht aan de hand van de volgende onderdelen:

  • De besluiten van Provinciale Staten.
  • De financiële stand van zaken (provinciaal aandeel).
  • De acties in 2026.
  • De mogelijke risico’s.

Overzicht projecten

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - Overzicht projecten

Projecten

1. Lelylijn
2. Vismigratierivier
3. Bruggen/Sluis Kornwerderzand

Programma’s 

4. Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave
5. Programma Natuur
6. Uitvoeringsprogramma Maatregelen Landelijk Gebied (UMLG)
7. Veenweide
a. Veenweideprogramma 2021-2031
b. Aldeboarn-De Deelen
c. Hegewarren
d. Idzegea

1 Lelylijn

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - 1 Lelylijn

PS-besluiten
Vooralsnog zijn er geen PS-besluiten genomen.

Financiële stand van zaken
In het hoofdlijnenakkoord van het huidige demissionaire kabinet PVV, VVD, NSC en BBB, is de Lelylijn opnieuw opgenomen. Het kabinet had € 3,4 miljard  gereserveerd voor de realisatie van de Lelylijn. In 2023-2024 is het MIRT- en NOVEX-onderzoek voor de Lelylijn uitgevoerd. Met het Rijk is afgesproken de kosten hiervan ad € 8 mln. te verdelen in 50% voor het Rijk en 50% voor de regio. Dit is voor het MIRT- en NOVEX-onderzoek Lelylijn (€ 6 mln.), Deltaplan (€ 1 mln.), onderzoek Bestaand Spoor (€ 0,5 mln.) en onderzoek Nedersaksenlijn (€ 0,5 mln.). Voor de provincie Fryslân betekent dit een bijdrage aan de plankosten van € 1,3 mln. euro. (Dit bedrag zit in het budget Lelylijn, opgenomen voor de bijdrage aan de plankosten voor Lelylijn en Deltaplan). Daarnaast dragen Friese gemeenten hieraan bij. 

In het Bestjoersakkoart 2023-2027 Oparbeidzje foar Fryslân is hiernaast nog € 1 mln. gereserveerd, die zal in 2025 en 2026 worden aangesproken voor de uitvoering van de vervolgstappen op basis van de afspraken in het BO MIRT 6 november en 20 december 2024. In november 2024 is in het BO MIRT besloten om naar aanleiding van een aangenomen motie door de Tweede Kamer het MIRT-onderzoek te vervolgen met een Masterplan Lelylijn. Hiertoe worden de resterende middelen in 2025 en 2026 ingezet. In de Voorjaarsnota 2025 heeft het kabinet het budget Lelylijn voor een belangrijk deel besteed aan andere infrastructurele projecten, waarmee er nog circa € 600 mln. resteert voor de Lelylijn. 

Wat gaan we doen in 2026?
De Lelylijn is begin 2024 opgenomen in het 'extended core network' van het Trans-European Transport Network (TEN-T). Er wordt lobby gevoerd richting Europa om cofinanciering voor de aanleg van de Lelylijn te krijgen uit de budgetten achter de TEN-T verordening en andere mogelijke Europese fondsen.

In november 2024 is het MIRT- en NOVEX-onderzoek voor de Lelylijn afgerond. Doel van het onderzoek was het opleveren van voldoende informatie om de Startbeslissing Verkenning Tracéwet te nemen door de minister eind 2024, als start van de formele planvoorbereiding en realisatie van de Lelylijn. Het Rijk eist dat er zicht is op 75% van de benodigde middelen, dat ontbreekt nu en daarom is de Startbeslissing tot een MIRT-verkenning door de minister niet genomen ondanks dat Rijk en Regio van mening zijn dat de resultaten van de onderzoeken wel vervolgstap rechtvaardigen. Er is in het BO-MIRT december 2024 besloten om te komen tot een Masterplan Lelylijn om te kijken hoe de lijn ingebed kan worden in de ruimtelijke structuur van Nederland. In 2025 en 2026 wordt dit Masterplan opgesteld onder aansturing door de Projectorganisatie Lelylijn en in opdracht van het Rijk en de provincies Groningen, Fryslân en Flevoland.

Risico's
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het zicht op 75% van de financiering als spelregel voor het nemen van de startbeslissing tot een MIRT-verkenning. Doordat met de Voorjaarsnota 2025 de reservering voor de Lelylijn op de Rijksbegroting grotendeels  is leeg gehaald, heeft het risico zich ten aanzien van de beschikbare middelen voltrokken waarmee het zicht op 75% van de financiering en daarmee het zicht op de startbeslissing MIRT-verkenning verder uit beeld is. Betrokken partijen zijn hierover met elkaar in gesprek.

2 Vismigratierivier

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - 2 Vismigratierivier

PS-besluiten

  • Op 21 december 2011 hebben Provinciale Staten de Bestuursovereenkomst Afsluitdijk (inclusief ambitie agenda Afsluitdijk) vastgesteld.
  • Op 21 januari 2015 hebben Provinciale Staten diverse provinciale budgetten vastgesteld.
  • Op 20 april 2016 hebben Provinciale Staten besloten geen wensen of bedenkingen kenbaar te maken voor vaststelling van vier Realisatieovereenkomsten met RWS.
  • Op 20 april 2016 hebben Provinciale Staten het Provinciaal Inpassingsplan voor de Vismigratierivier (VMR) vastgesteld.
  • Op 28 november 2018 hebben Provinciale Staten het reparatieplan van het Provinciaal Inpassingsplan vastgesteld.

De financiële stand van zaken 

  Budget   Besteed
Project Totaal budget

Aandeel provinciale

bijdrage in budget

Gerealiseerd t/m mei 2025
Vismigratierivier deel 1 19.000.000 2.700.000 19.000.000
Vismigratierivier deel 2 60.800.000 5.700.000 25.700.000

Provincie Fryslân is sinds 2018 opdrachtgever namens de vijf initiatiefnemers van de VMR: de Waddenvereniging, It Fryske Gea, Sportvisserij Nederland, Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk en NetVISwerk. Het project wordt grotendeels gefinancierd door subsidies vanuit o.a. het Waddenfonds, Nationale Postcode Loterij en LIFE.

Sinds de vaststelling van het budget in 2018 zijn de omstandigheden gewijzigd door raakvlakken en afhankelijkheden met het Rijksproject Versterking Afsluitdijk, hoge prijsindexatie als gevolg van Covid-19 en de oorlog in Oekraïne, de verziltingsproblematiek in het IJsselmeer en daarmee de beschikbaarheid over zand voor de bouw van de VMR alsook complexe vergunningsprocedures. 

U bent eerder geïnformeerd over de gevolgen van bovengenoemde negatieve ontwikkelingen op de  totale businesscase van de VMR en een tekort van € 13 mln. Dat tekort is inmiddels opgelost. De provincie en de initiatiefnemers zijn met de financierende partijen van de Vismigratierivier in gesprek gegaan over extra budget. Het Waddenfonds, de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), en de initiatiefnemers dragen samen circa € 13 mln. extra bij zodat  volledig functionele VMR gerealiseerd kan worden. 

Wat gaan wij doen in 2026?

In 2020 is de realisatie van de VMR gestart. Het project is volop in realisatie. De VMR wordt op basis van zes deelcontracten gerealiseerd:

Contract I = Rijkscontract – Doorlaatmiddel Afsluitdijk en inzwemopeningen 
Contract II = Estuariëne deel Waddenzeezijde 
Contract III = Estuariëne deel IJsselmeerzijde
Contract IV = Oostelijke en Zuidelijke Dam IJsselmeerzijde
Contract V = Westflank IJsselmeerzijde
Contract VI = Binnenzijde VMR, afsluitmiddel, inregelfase en beheer & onderhoud

De eerste vijf deelgebieden zijn gerealiseerd en worden reeds beheerd en onderhouden. Het laatste deelgebied (contract VI) bevindt zich in de voorbereidende fase en zal voor een groot deel in 2026 worden gerealiseerd. De VMR zal begin 2027 functioneel zijn. Daarna start de inregelfase met onderzoek & monitoring om te komen tot een stabiel systeem.  

Risico’s

  • Het realisatiecontract voor het laatste deelgebied is nog niet gesloten. Er blijft een financieel rest-risico op dit punt, wanneer tussentijds scope, financiering of externe ontwikkelingen wijzigen (een nieuwe pandemie of oorlog bijvoorbeeld). 

3 Bruggen /sluis Kornwerderzand

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - 3 Bruggen /sluis Kornwerderzand

PS-besluiten

  • In het kader van het uitvoeringsprogramma DNA is 21 januari 2015 € 10 mln. gereserveerd als regionale bijdrage in de investeringskosten voor de sluis Kornwerderzand.
  • In het coalitieakkoord 2015-2019 is een bedrag van € 5 mln. beschikbaar gesteld voor het gehele project.
  • 17 juni 2020 hebben Provinciale Staten besloten geen wensen of bedenkingen kenbaar te maken voor de vaststelling van de Bestuursovereenkomst (BOK) Sluis Kornwerderzand en hebben €100 mln. investeringskrediet beschikbaar gesteld voor de nieuwe bruggen en de voorbereidende werkzaamheden voor de sluis.
  • 22 december 2022 hebben  Provinciale Staten  ingestemd met het voorfinancieren van de € 26,5 mln. marktbijdrage.  En zijn geen wensen en bedenkingen ingebracht tegen het besluit  van het college van GS om in te stemmen met de model overeenkomst “inning marktbijdrage”.
  • 8 november 2023 hebben PS ingestemd met het beschikbaar stellen van de resterende € 4,5 mln. als provinciale bijdrage voor het project Sluis Kornwerderzand.

Financiële stand van zaken 

  Budget   Besteed Toelichting
Project Totaalbudget Aandeel provinciale bijdrage in budget Gerealiseerd t/m mei 2025  
Sluis Kornwerderzand   80.000.000* 16.000.000  3.000.000  Besteding betreft voorbereidingskosten exclusief € 1,4 mln. verkenning/studie
Fase 1 bruggen Kornwerderzand 100.000.000 3.500.000 13.000.000  

*Gebaseerd op totaalbedrag € 180 mln. voor bruggen en sluis zoals dat in 2020 het uitgangspunt was. 

Wat gaan we doen in 2026?
In 2020 is een BOK met het Rijk gesloten voor de realisatie van het project. Sindsdien hebben zich diverse ontwikkelingen voorgedaan dit heeft geleid tot een herijking van het project en is een nieuwe raming met prijspeil 2024 opgesteld. Door het Rijk is in 2025 € 375 mln. extra beschikbaar gesteld voor het project en daarmee is het project in principe financieel gedekt. Over het vervolg van het project maken Rijk en regiopartners nieuwe afspraken die worden vastgelegd in een addendum op de bestaande bestuursovereenkomst.  In 2026 loopt de aanbesteding van de nieuwe, bredere bruggen in de A7 en wordt gewerkt aan het opstellen van een aangepast sluisontwerp waarin de noodzakelijke verziltingsmaatregelen worden geïntegreerd.  

Risico's
Voor het project zijn risico’s benoemd m.b.t. de verruiming van de sluis, de bouw van de bruggen en het verdiepen van de vaargeulen. Naar aanleiding van de herijking van het project zijn sommige risico's komen te vervallen. De belangrijkste actuele risico's voor het project zijn hieronder opgenomen.

  • Over het vervolg van het project maken Rijk en regiopartners nieuwe afspraken die worden vastgelegd in een addendum op de bestaande bestuursovereenkomst. In de BOK (2020) is opgenomen dat het verruimen van de vaargeulen in het IJsselmeer een opgave is voor de provincie.
    In de praktijk blijkt dat vanuit vergunningverlening dit slechts in zeer beperkte mate mogelijk is gebleken. Met het Rijk zullen hierover nieuwe afspraken moeten worden gemaakt.  
  • De bruggen in de A7 bij Kornwerderzand zijn einde levensduur. Een storingsvrije afwikkeling van het weg- en vaarwegverkeer kan niet meer worden gegarandeerd. Een spoedige aanpak is dan ook gewenst. Nu er voldoende dekking voor het project is, kan op relatief korte termijn worden gestart met de realisatie van de bredere bruggen.
  • Vanwege de verziltingsproblematiek zullen maatregelen moeten worden getroffen bij de verruimde sluis om de intrede van zout te voorkomen. Het Rijk heeft op basis van onderzoek geconcludeerd dat er effectieve maatregelen zijn waarmee het probleem mogelijk kan worden opgelost. Deze kansrijke maatregelen zijn nog niet in detail uitgewerkt en kennen nu nog diverse onzekerheden en risico's. 
  • Bij de oorspronkelijk financiële opzet van het project was ons uitgangspunt dat er over het regionale financieringsdeel BTW gecompenseerd kan worden. Tevens was de aanname dat de marktbijdrage leidt tot het kunnen verrekenen van BTW.  Dit moet nog nader uitgezocht worden. 
  • Per 1 januari 2025 is het Rijk gestart met een pilot waarbij vaargeul de Boontjes minder gebaggerd wordt. Een minimale vaardiepte van -3,30 m NAP wordt gegarandeerd. In de BOK is echter het uitgangspunt opgenomen dat de nautische diepte onveranderd blijft (-3,80 m NAP). 

4 Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - 4 Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

In 2011 hebben provincies en het Rijk in het Onderhandelingsakkoord Natuur afspraken gemaakt over de decentralisatie van het natuurbeleid. Hiermee zijn wij verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van de Natuuropgave. 

De decentralisatie is verder uitgewerkt in het Natuurpact. Het Natuurpact is afgesloten voor de periode 2014 – 2027. De uitvoering van het Natuurpact is in de begroting opgenomen in hoofdstuk 3.1 Natuur. Het betreft daar de planning voor het lopende begrotingsjaar op hoofdlijnen. In deze paragraaf Grote projecten wordt een toelichting gegeven op één van de onderdelen van het Natuurpact: natuurontwikkelingsopgave.

In het kader van het Natuurpact is met het Rijk afgesproken dat in 2027 het NatuurNetwerkNederland (NNN) wordt gerealiseerd. Provinciale Staten heeft november 2022 besloten dat er maximaal wordt ingezet om het NNN te realiseren.  Gelet op de beschikbaarheid van geld, menskracht en beschikbaar instrumentarium is gebleken dat niet zonder meer het gehele NNN in 2027 kan worden gerealiseerd. Vooral het verkrijgen van de benodigde grond dan wel het geïnteresseerd krijgen van grondeigenaren voor natuurbeheer is een cruciale factor voor het slagen van de ambities. En natuurlijk moeten voldoende middelen voorhanden zijn. Met Provinciale Staten is afgesproken dat we uitgaan van de realisatie van 750 ha verwerven/functiewijziging en 2.000 ha inrichting NNN in 2027. In voorjaar 2025 is middels een MidtermReview (Healweis Weromsjen NNN) deze opgave door PS herbevestigd.

De realisatie van het NNN wordt in Fryslân gedaan middels vier grote gebiedsontwikkelingsprojecten (Achtkarspelen Zuid, Alde Feanen, Beekdal Linde en Koningsdiep) en Natuer mei de Mienskip. 


PS besluiten

  • Op 21 december 2011 hebben Provinciale Staten besloten het onderhandelingsakkoord Natuur (2011) niet te aanvaarden. Provinciale Staten hebben wel de bereidheid uitgesproken te zullen meewerken aan de uitvoering van het akkoord.
  • Op 27 juni 2012 hebben Provinciale Staten ingestemd met de Nota ‘Natuer & Lanlik Gebiet’ en gekozen voor scenario 2 plus: dit scenario betreft de realisatie van de EHS-taakstelling volgens het Onderhandelingsakkoord Natuur met als plus de prioritaire Friese natuurprojecten in Achtkarspelen Zuid, Beekdal Linde en Beekdal Koningsdiep (minimaal 200 en maximaal 500 ha).
  • Op 22 januari 2014 zijn Provinciale Staten akkoord gegaan met het Natuurpact tussen de Provincies en het Rijk.
  • Op 10 maart 2015 zijn Provinciale Staten geïnformeerd over de ontwikkelingen in het financiële kader van het program Lanlik Gebiet.
  • Op 10 mei 2017 zijn Provinciale Staten geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar de geconstateerde tekorten op de Natuuropgave door BMC.
  • Naar aanleiding van dit onderzoek is een aantal scenario’s uitgewerkt in het rapport Natuur in Fryslân - Haalbaar en Betaalbaar. Uitgangspunten van deze scenario’s waren dat het tekort op de natuuropgave opgelost moest worden, én dat de oplossing gevonden moest worden in de natuurontwikkelingsopgave (1 van de onderdelen van de natuuropgave). Naast de provinciale scenario’s is vanuit de mienskip ook een scenario ingebracht. Provinciale Staten hebben op 18 juli 2018 een besluit genomen over deze scenario’s. Besloten is om drie scenario’s verder uit te werken (waaronder het alternatieve scenario van de mienskip, dat als voorkeursscenario is aangemerkt).
  • Op 10 juli 2019 zijn de uitgewerkte scenario’s ter besluitvorming voorgelegd aan PS. PS hebben besloten om scenario 5b, Natuer mei de Mienskip (binnen bestaand budget) verder uit te werken door het uitvoeren van 3 pilots en in 2021 een definitieve scenariokeuze te maken. Als terugvaloptie is gekozen voor scenario 3+.
  • Op 25 mei 2020 heeft PS het grondbeleid vastgesteld. Dit is relevant voor de grondverwerving voor natuur. 
  • Op 1 juli 2020 heeft PS de evaluatiecriteria pilots Natuer mei de Mienskip vastgesteld.
  • Op 1 december 2020 is PS geïnformeerd over de financiële voortgang Natuurpact.
  • Op 24 november 2021 hebben Provinciale Staten de financiële voortgang natuurontwikkelingsopgave besproken. Hierin is een doorkijk gegeven welk budget beschikbaar is voor de komende jaren voor de realisatie van het NNN. In dit stuk is aan de orde geweest dat realisatie in 2027 niet lukt, vanwege onvoldoende inzet capaciteit, te weinig middelen en instrumentarium op basis van vrijwilligheid. PS heeft besloten dat er € 10 mln. in 2022 beschikbaar wordt gesteld voor realisatiekansen prioriteit 3 en 4 NNN (betreft aankopen/functiewijziging, niet voor inzet capaciteit).
  • Op 23 maart 2022 hebben Provinciale Staten het aanbod van Natuer mei de Mienskip besproken. NmdM heeft najaar 2021 een aanbod gedaan om 500 ha aan functiewijziging en 1000 ha aan inrichting te doen in de periode t/m 2027 in het NNN buiten de vier gebiedsontwikkelingsprojecten Alde Feanen, Achtkarspelen Zuid, Beekdal Linde en Koningsdiep. PS heeft ingestemd met optie 2, principebesluit: GS op te dragen om m.b.t. NmdM een aantal voorwaarden uit het aanbod uit te werken, zodat dit in de uitwerking van het herziene planning van het natuurpact meegenomen kan worden. 
  • Op 20 april 2022 hebben Provinciale Staten de strategische grondnota NNN besproken. Hierin ligt een aantal opties voor over de inzet van instrumentarium om de gronden binnen het NNN te realiseren voor natuur. PS heeft ingestemd met optie 3. Dit betekent inzetten op maximale vrijwilligheid in de periode t/m 2027 en inzet op basis van volledige schadeloosstelling vanaf 2028 voor realisatie van prioriteit 1 en 2 NNN. Dit betekent dat er meer capaciteit beschikbaar gesteld moet worden om actiever met de grondaankoop aan de slag te gaan en om meer instrumentarium in te zetten.
  • Op 30 november 2022 hebben Provinciale Staten de herziene planning NNN besproken. PS heeft aangegeven dat de provincie haar maximaal gaat inzetten om het NNN te realiseren. En heeft hiervoor ook meer capaciteit voor beschikbaar gesteld (zowel voor de inzet van NmdM als voor de uitvoering van de strategische grondnota) en daarnaast is de aankoopstop voor het provinciale deel van het NNN (prioriteit 3 en 4 NNN) eraf gehaald zodat we weer in het gehele NNN aan de slag kunnen. Daarnaast is afgesproken dat er in 2025 een Mid Term Review is om de voortgang van de realisatie te bespreken.
  • Op 23 april 2025 is de Mid Term Review (Healweis Weromsjen NNN) besproken in PS. Omdat de stemming 21 - 21 was, is de stemming verplaats naar 28 mei.  Met deze stemming heeft PS besloten dat er een plan van aanpak opgesteld wordt voor de realisatie van de resterende opgave met de focus op de cruciale hectares en hierbij te onderzoeken of natuur buiten NNN naar binnen NNN geplaatst kan worden en om te onderzoeken of er minder NNN binnen prioriteit 3 en 4 mogelijk is. Het voorgestelde onderzoek voor het inzetten van volledige schadeloosstelling op basis van onteigening is door PS uit het besluit gehaald. Het plan van aanpak wordt uiterlijk voorjaar 2026 aan PS voorgelegd.

Te realiseren doelen

Met de realisatie van het NNN wordt invulling gegeven aan het vergroten van de biodiversiteit. Hiermee wordt een robuust netwerk gerealiseerd.  In 2027 is een robuust en samenhangend natuurnetwerk gerealiseerd: vanaf 1-1-2023 betreft dit 750 ha verwerving/functiewijziging en 2000 ha inrichting NNN t/m 2027. Hiermee is er na 2027 nog een restanttaakstelling van ca. 850 ha verwerving/functiewijziging en 1.600 ha inrichting NNN voor de realisatie van het gehele NNN.

Indicator doelwaarde 2026
Gerealiseerde hectare Natuurnetwerk Fryslân: grondverwerving / functieverandering (cumulatief) 310 ha
Gerealiseerde hectare Natuurnetwerk Fryslân: inrichting (cumulatief) 1.040 ha

Voor de doelwaarde 2026 wordt uitgegaan vanaf 1 januari 2023.  
Voor de grondverwerving/functiewijziging wordt uitgegaan van 100 ha realisatie in 2026. We zijn hierin afhankelijk van de medewerking van grondeigenaren. 
In 2026 gaan we voor inrichting van ca. 350 ha realisatie in 2026. Daarnaast zijn er veel ha's in 2026 in uitvoering waarvan de realisatie na 2026 aan de orde is. Zie hiervoor de toelichting bij "Wat gaan we doen in 2026?".

Financiële stand van zaken

Onderstaand is het overzicht opgenomen van de stand van zaken van het Natuurpact. Dit is de tabel met de programmering van de totale natuuropgave in de nieuwe indeling op basis van het scenario 750 ha verwerven/functiewijziging en 2.000 ha inrichting NNN, conform het PS besluit over de herziene planning NNN (november 2022). Betreft de periode 2014-2027. In deze tabel zijn voor de realisatiecijfers de peildatum 1/1/2025 aangehouden. En is de financiële programmering aangepast naar de stand van zaken 1 juni 2025.  

Natuurpact Programmering 2014 t/m 2027 op basis van herziene planning 2022
programmering 2014 t/m 2027
INKOMSTEN x € 1.000 Realisatie 2014-2024 Programmering 2025-2027 Totaal
1. Rijksmiddelen 422.100 164.000 586.100
2. Provinciale middelen 123.200 40.500 163.700
3. Europese middelen 117.500 49.000 166.500
4. pMJP middelen 20.900 0 20.900
5. Overige middelen 31.100 11.300 42.500
SUBTOTAAL 714.800 264.800 979.700
UITGAVEN x € 1.000 Realisatie 2014-2024 Programmering 2025-2027 Totaal
1. Ontwikkelopgave 82.300 86.200 168.500
2. Natura 2000 20.800 25.800 46.600
3. Natuurbeheer 192.300 73.200 265.500
4. Agrarisch natuurbeheer 194.400 94.700 289.100
5. Wet natuurbescherming 1.000 100 1.100
6. Soortenbeleid - weidevogels 5.900 0 5.900
7. Soortenbeleid - Ganzen 136.100 55.600 191.700
8. Soortenbeleid overige soorten 2.100 1.600 3.700
9. Diversen 40.800 12.700 53.500
SUBTOTAAL 675.700 349.900 1.025.600
TOTAAL x € 1.000 Realisatie 2014-2024 Programmering 2025-2027 Totaal
Subtotaal inkomsten 714.800 264.800 979.700
Subtotaal uitgaven 675.700 349.900 1.025.600
TOTAAL 39.100 -85.100 -45.900

Op basis van de huidige programmering is er berekend dat er dan een tekort is van ca. € 46 mln. Hierin is bijvoorbeeld rekening gehouden met: de verhoging van de indexatie voor het Agrarische Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), de aanpassing standaardkostprijzen van Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL), de verhoogde kosten voor de ganzenschade, de benodigde inzet  voor NmdM en uitvoering strategische grondnota NNN (totaal 18 FTE in de periode 2023 t/m 2027) en vanaf 2024  zijn de rente lasten voor het IKG (Investeringskader Grond) substantieel hoger dan in voorgaande jaren. Daarnaast is de besluitvorming in PS, maart 2024,  over het ganzenbeleid dat zorgt voor hogere kosten in de programmering verwerkt. De verwachting is dat het Rijk de extra lasten voor het ANLb zal compenseren. Daarmee maakt het ANLb geen deel uit van het tekort binnen het Natuurpact. Er is geen sprake van een financieel risico omdat het beschikbare budget kaderstellend is en we de komende tijd op zoek gaan naar aanvullend budget.  Hierbij kan gedacht worden aan financiering vanuit EU-subsidies of uit Programma Natuur.

Wat gaan we doen in 2026?

Inhoudelijk rapporteren we hier alleen over de voortgang van de natuurontwikkelingsopgave. Voor de andere onderdelen wordt verwezen naar programma 3.1 Natuur. De natuurontwikkelingsopgave wordt uitgevoerd middels Natuer mei de Mienskip en vier gebiedsontwikkelingsprojecten: Achtkarspelen Zuid, Alde Feanen, Beekdal Linde en Koningsdiep. Algemeen geldt dat we verder gaan met de uitvoering van de natuurontwikkelopgave conform de besluitvorming van PS. Hiervoor is een realisatiestrategie opgesteld waar uitvoering aan wordt gegeven. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan het verkopen van ingerichte provinciale grond conform het uitvoeringskader verkoop gronden NNN.

Plan van aanpak n.a.v. Healweis Weromsjen NNN (Midterm Review)

In april/mei 2025 is Healweis Weromsjen NNN over de voortgang van de realisatie van het NNN voorgelegd aan PS. In dit rapport gaan we in op de voortgang en hebben we de mogelijkheden voor realisatie van de opgave in 2027 aan u voorgelegd. Afgesproken is dat we een plan van aanpak gaan maken met name over de realisatie van de cruciale hectares (dit zijn hectares die niet verplaatst kunnen worden en op die locatie gerealiseerd moeten, vooral met prioriteit N2000 en KRW) en voorstellen voor versnellingsstrategieën voor de realisatie van NNN.

Natuer mei de Mienskip

De opdracht voor NmdM is onveranderd ten opzichte van voorgaande jaren; 500 ha functiewijziging en 1.000 ha inrichting. 
In 2026 wordt verder gewerkt aan de realisatie van dat doel in de clusters die in 2025 als prioritair zijn aangemerkt. De doorloop en voortgang is afhankelijk van het proces in de gebieden en de bereidheid om mee te werken. Dit laatste kan, afhankelijk van de eigendomssituatie, voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de mogelijkheden die geboden worden voor de landbouw.  Inschatting is dat er ca. 60 ha NNN in 2026 wordt gerealiseerd.
Ook in 2026 wordt door NmdM gewerkt aan de mogelijkheden hiervoor en het zoeken naar creatieve oplossingen. 
In gebieden waar veel eigendommen van terreinbeherende organisaties liggen en kansen voor relatief snelle realisatie zijn, worden uitvoeringsplannen opgesteld en, waar mogelijk, in 2026 uitgevoerd. Indien uitvoering in 2026 nog niet mogelijk is, wordt voorbereid voor uitvoering in 2027. Dit geldt ook voor clusters met particuliere eigenaren. 
In Burgumermar en De Leijen wordt verder gewerkt aan het aankopen en/of ruilen van gronden en de inrichting van de NNN begrensde percelen. 
De kansen die herkend zijn in de verkenningen worden uitgediept en verder gebracht. Hierbij wordt instrumentarium ingezet dat passend is bij de situatie. 
Via het loket Tsjoch Op! worden initiatieven voor kleine gebieden van particulieren opgepakt en verder gebracht voor realisatie NNN. 

Gebiedsontwikkelingsprojecten

In 2026 wordt  in gebiedsontwikkelingsproject Beekdal Linde het resterende deel van het hermeanderingsbestek Linde uitgevoerd. De planning is dat dit realisatieproject in voorjaar 2026 wordt afgerond. Daarna volgt de decharge. In najaar 2025 is de 6e uitvoeringsmodule vastgesteld en in 2026 wordt deze module verder voorbereid en deels gerealiseerd. Het gaat dan in totaal om de inrichting van 14 hectare NNN-grond.
Verder wordt in 2026 gestart met de planvorming voor de 7e uitvoeringsmodule. 

In 2026 wordt in het gebiedsontwikkelingsproject Achtkarspelen Zuid gestart met de uitvoering van de Droegehamstermieden, gestart met de uitvoering van Reahel-East, gestart met de uitvoering van de Surhuzumermieden en in z’n algemeenheid wordt verder gegaan met de uitvoering van het plan “Mieden op z’n Mooist”. Er zijn diverse grondruilen waarmee er grond binnen het NNN beschikbaar komt t.b.v. de natuurontwikkeling. De inschatting is dat er in 2026 ca. 180 ha NNN (Reahel-East) wordt gerealiseerd en dat de overige ha's in 2027 worden gerealiseerd.

In 2026 worden in het gebiedsontwikkelingsproject Alde Feanen de laatste werkzaamheden uit de 3e module in het gebied rond de Wolwarren afgerond. De werkzaamheden in de Westersanning, laatste deel uit de 3e module, worden gestart en afgerond. De werkzaamheden uit de 4e module (polder Siderius) worden gestart en afgerond. De werkzaamheden op de Oksekop worden gestart en afgerond.  De inschatting is  dat er in 2026 ca. 100 ha wordt gerealiseerd.

In 2025 is in het gebiedsontwikkelingsproject Koningsdiep op basis van de uitkomsten van de MER voor de boven- en middenloop (350 ha NNN) een inrichtingsprogramma opgesteld. Tegelijkertijd is voor een deel (225 ha NNN) van dit programma de 5e uitvoeringsmodule opgesteld; in 2026 wordt gestart met de voorbereiding van de uitvoering van deze 5e module. Met deze plannen wordt integraal invulling gegeven aan de natuur- en wateropgaven (NNN, KRW en WB21) in het beekdal Koningsdiep.

In 2026 wordt gestart met  de uitvoering van het inrichtingsplan Dulf Mersken (240 ha). Hiermee wordt zowel invulling gegeven aan de Natura 2000 doelstellingen als de waterdoelen. 

Risico’s
Algemeen:
In deze paragraaf lichten we alleen de risico’s toe van de natuurontwikkelingsopgave. Over de risico’s van de rest van het Natuurpact rapporteren we in hoofdstuk 3.1 Natuur van deze begroting.

Ontwikkelopgave:

  • Tempo grondverwerving te laag - Indien het tempo van vrijwillige grondverwerving te laag is zullen de doelen voor de ontwikkelopgave en daarmee de KaderRichtlijn Water (KRW) en Natura 2000 niet worden gehaald. In april 2022 heeft PS op basis van de strategisch grondnota NNN een besluit genomen over het in te zetten instrumentarium. Hiermee wordt ingezet op het maximaal vrijwillig realiseren van natuur, waarbij het mogelijk is om na 2027 prioriteit 1 en 2 NNN op basis van volledige schadeloosstelling te realiseren. Hier is een nieuw PS besluit voor nodig na 2027. Bij de behandeling van de evaluatie 'Healweis Weromsjen' in april en mei 2025 is door PS besloten dat er voor die tijd een plan van aanpak komt voor de restopgave van de NNN dat volledig gebaseerd is op vrijwilligheid.  Dit plan van aanpak zal in het voorjaar 2026 aan PS worden opgeleverd.
  • Tempo van doorlevering van ingerichte natuurgrond te laag – Als het niet lukt om door de provincie verworven en als natuur ingerichte gronden door te verkopen aan een eindbeheerder heeft dit als gevolg dat de provincie dan kosten heeft voor het beheer maar ze kan zichzelf geen beheersubsidie toekennen. Als beheersmaatregel kunnen de beheerkosten dan worden gefinancierd uit het budget voor de ontwikkelopgave.
  • Onvoldoende budget voor de realisatie NNN – Op dit moment is er onvoldoende budget voor de totale realisatie van het NNN (schadeloosstelling en realisatie van de provinciale opgave). Daarnaast is er nog een risico dat andere onderdelen van Natuurpact meer financiering nodig hebben en dit zou ten koste kunnen gaan van de realisatie van NNN. Als beheersing wordt ingezet op het maken van een financiële risicoanalyse, zodat er tijdig en goed beeld is van de financiële voortgang van het totale Natuurpact.
  • Krapte op de arbeidsmarkt – Voor de realisatie van het NNN is voldoende inzet van capaciteit nodig. Op dit moment zijn er zoveel ontwikkelingen in het landelijk gebied dat het beeld is dat er mogelijk opnieuw onvoldoende beschikbare capaciteit is om het NNN te realiseren.  Zowel qua inzet als het vinden van personeel dat voldoende kennis en ervaring heeft.  Zeker gezien de grote opgaven die aan de orde zijn in het landelijk gebied. 
  • Invloed vervallen NPLG - Het vervallen van het NPLG en het vervolg rond de aanpak stikstof hebben invloed op de realisatie van het NNN. 

5 Programma Natuur

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - 5 Programma Natuur

De provincies en het Rijk hebben als onderdeel van de structurele aanpak stikstof afgesproken om een gezamenlijk Programma Natuur op te stellen, aanvullend op het Natuurpact. Belangrijke hoofdlijn van het Programma Natuur is om condities te realiseren voor een gunstige staat van instandhouding (Svl) van alle soorten en habitats onder de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR). Hiermee wordt gestreefd, in samenhang met de andere maatregelen in de structurele aanpak stikstof, om aan de eisen te voldoen die de VHR stelt. De inzet richt zich vooral op maatregelen in en rond beschermde natuurgebieden (Natura 2000 en het Natuurnetwerk Nederland). 
De provincie heeft voor de periode 2021-2023 een Uitvoeringsprogramma Natuur opgesteld ter grootte van € 44,5 mln. Hierin is beschreven hoe gebiedsgericht invulling wordt gegeven aan het realiseren van de condities, die nodig zijn voor een landelijk gunstige Staat van Instandhouding, waar bij aanvang van het programma sprake is van een te hoge stikstofdepositie voor stikstofgevoelige soorten en habitattypen in de provincie Fryslân. Op 15 november 2023 heeft de minister van N&S besloten om de uitvoeringstermijn van het programma Natuur te verlengen van ultimo 2025 naar ultimo 2026. Dit naar aanleiding van het verzoek van de provincies die aangaven meer tijd nodig te hebben om de maatregelen uit te kunnen voeren. 
In het programma is ook aangegeven welke maatregelen in de gebieden worden uitgevoerd. Dit zijn vooral maatregelen gekoppeld aan het herstel van stikstofgevoelige natuur in zowel Natura 2000-gebieden als in het overige NNN die binnen drie jaar uitgevoerd kunnen worden en aanvullend op het Natuurpact zijn. Deze 2e fase loopt van 2024 tot 2032. De te treffen maatregelen hebben betrekking op benodigd systeemherstel voor realisatie instandhoudingsdoelstellingen, met de focus op de met stikstof overbelaste Natura 2000-gebieden. Voor deze 2e fase heeft de provincie Fryslân een Specifieke Uitkering (SPUK) ontvangen van  € 88,6 mln. Een groot deel van de maatregelen wordt uitgevoerd door de terreinbeherende organisaties (TBO’s). 

PS besluiten.

Geen


Wetgeving:
Wet Stikstof en Natuurherstel (WSN)

Financiële stand van zaken
Voor het uitvoeringsprogramma Natuur fase 1 hebben we van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit € 44,8 mln. ontvangen, dit op basis van de ingediende plannen. De maatregelingen (€ 31 mln.) worden uitgevoerd door de terrein beherende organisaties (TBO) en door de provincie zelf. Verder kunnen de middelen ingezet worden voor grondaankopen (€ 10,7 mln.) en voor onderzoek en personeelsinzet (€ 3,2 mln.) . Onderling kan binnen het budget geschoven worden.  Het totaalbedrag ad € 44,8 mln. is reeds ontvangen. Tot nu toe is er van dit bedrag ca. € 26,3 mln. besteed. Het zwaartepunt van de uitvoering ligt op de jaren 2024, 2025 en 2026. Niet bestede middelen gaan terug naar het ministerie. Jaarlijks vindt er een verantwoording plaats aan het Rijk over de stand van zaken. De eindafrekening vindt plaats in 2026. Het verantwoordingsproces vindt plaats via Sisa. 
Voor fase 2 van het programma hebben we een beschikking van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur ontvangen van € 88,6 mln. De TBO’s gaan een groot deel van deze maatregelen uitvoeren ca € 57 mln, via de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL). Een deel is bestemd voor vervolgonderzoeken als gevolg van de natuurdoelanalyses,(€ 3,4 mln) voor Grip op Kwaliteit (€ 10,3) mln, exotenbestrijding (ca €6,9mln) en ca € 10 mln voor apparaatskosten. Niet bestede middelen gaan terug naar het ministerie. Jaarlijks vindt er een verantwoording plaats aan het Rijk over de stand van zaken. De eindafrekening vindt plaats in 2033. Het verantwoordingsproces vindt plaats via Sisa.

Wat gaan we doen in 2026?
De 1e fase programma Natuur wordt in 2026 afgerond. Dit betreft de maatregelen van de verschillende TBO’s en projecten die de provincie zelf uitvoert. Voor fase 2 is de uitvoering gestart in 2025 en wordt in 2026 hier volop een vervolg aan gegeven.  

Risico’s
Uitvoeringsprogramma Natuur: 
Al deze werkzaamheden vroegen ook veel capaciteit die niet bij iedere organisatie aanwezig was. Het risico is dat er landelijk te weinig capaciteit aanwezig was om alle werkzaamheden tijdig uit te voeren. LNV heeft ter verkleining van het risico een kennisbank opgezet om daarmee kennis met elkaar te delen waardoor de kwetsbaarheid daalde.  Daarnaast is de uitvoeringsperiode voor fase 1 met een jaar verlengd waardoor de verwachting is dat de maatregelen tijdig uitgevoerd kunnen worden.

Voor fase 2 is een programma vastgesteld en in 2024 met u gedeeld. Het programma heeft een looptijd van 8 jaar (2032).  Een maatregelpakket samen  stellen voor een dergelijke lange periode houdt in dat er ver vooruit gekeken moest worden. Dit kan betekenen dat situaties in de toekomst wijzigen waardoor maatregelen niet uitgevoerd kunnen worden. Om die reden is er een reservelijst aan maatregelen opgesteld die hiervoor dan in de plaats kunnen treden. 

6 Uitvoeringsprogramma Maatregelen Landelijk Gebied (UMLG)

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - 6 Uitvoeringsprogramma Maatregelen Landelijk Gebied (UMLG)

Uitvoeringsprogramma Maatregelen Landelijk Gebied
In de zomer van 2024 heeft het Rijk (Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) een positief besluit genomen voor de uitvoering van de maatregelpakketten Landelijk Gebied. De komende jaren wordt er gewerkt aan doelen op het gebied van water, natuur, klimaat en landbouw. Voor de uitvoering van de maatregelen is € 180 mln. beschikbaar gesteld. De uitvoering loopt tot en met december 2028, met een mogelijke verlenging van vier jaar.

Vier maatregelpakketten
De uitvoering gebeurt via vier verschillende pakketten en 22 concrete maatregelen:

  • Natuur: Dit pakket bevat maatregelen voor de uitvoering van de Friese bomen- en bossenstrategie, maatregelen die de instandhouding en verbetering van weidevogelgebieden stimuleren en kennisontwikkeling.
  • Water & Bodem: Hierin gaat het om gebiedsplannen met duidelijke doorkijk naar uitvoering. Het doel is om het waterbeheer en de bodemkwaliteit te verbeteren.
  • Klimaat & Veenweide:  Dit pakket omvat zes maatregelen die volgen uit het vastgesteld Veenweideprogramma. De maatregelen richten zich op aanpassingen aan het watersysteem. Deze moeten bodemdaling tegengaan en de uitstoot van broeikasgassen verminderen.
  • Landbouw:  In dit pakket gaat het onder andere om het verlengen van de Noordelijke Investeringsregeling Reductie Stikstofemissie, het opzetten van een KPI-Doelsturing systematiek en de uitvoering van pilots voor monomestvergisters in Zuidoost Fryslân. 

Versnellingsmaatregelen 2022
In aanvulling op de uitvoering van de maatregelpakketten worden onder de vlag van dit programma ook vier versnellingsmaatregelen uitgevoerd. Dit zijn maatregelen waar in 2022  € 24 mln. Rijksfinanciering voor is toegekend.  Deze maatregelen moeten uiterlijk 31 december 2028 zijn uitgevoerd. 

Het gaat om:

  • Versnelling Aldeboarn – De Deelen (maatregelen rondom vernatting)
  • Versnelling Middelen-Doelenbeleid (pilotprojecten KPI systematiek)
  • Versnelling N2000 Fochteloërveen (kadeherstel Fochteloërveen)
  • Gelijkwaardige positie boeren in gebiedsproces  

Wat gaan we realiseren in 2026?

Maatregelpakketten Landelijk Gebied
2026 is het jaar van de verdere uitvoering van de maatregelen. Hieronder volgt een overzicht van de geplande realisaties per thema.

Natuur
Bomen en Bos
In 2026 worden twee nieuwe subsidieregelingen opengesteld die gericht zijn op:

  • Uitbreiding van het bosareaal binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN);
  • Revitalisering van bestaande bossen en landschapselementen;
  • Aanplant van houtige landschapselementen zoals hagen, singels en struweelhagen;
  • Stimulering van Agroforestry, waarbij landbouw wordt gecombineerd met bomenaanplant.

Kennisontwikkeling
In het maatregelpakket Kennisontwikkeling zitten circa 35 onderzoeken ten behoeve van de kennisleemtes uit de NDA's. 
In 2026 worden opdrachten voor de verdere onderzoeken uitgezet en uitgevoerd. Het gaat concreet om onderzoeken rond bijv. de Grote Vuurvlinder en groenblauwe dooradering. 

Weidevogels
In 2026 wordt de subsidieregeling ten behoeve van weidevogelbiotopen wederom opengesteld. Ook wordt de maatregel ten behoeve van duurzaam behoud weidevogelgrasland verder voorbereid en mogelijk uitgevoerd. Dit laatste is afhankelijk van een beschikbaar staatssteun kader. 

Water & Bodem
In dit maatregelpakket zit één goed gekeurde maatregel 'gebiedsplannen opstellen. In 2026 wordt de pilot in de Noardlike Fryske Wâlden afgerond en getoetst of en hoe de werkwijze ingezet kan worden in andere gebieden. 

Klimaat & Veenweide
In 2025 wordt een onderzoek uitgevoerd rond haalbaarheid en doelbereik van de goedgekeurde maatregelen. Op basis van dit onderzoek wordt de uitvoering van de maatregelen verder voorbereid en waar mogelijk uitgevoerd. Hierbij is een grote afhankelijkheid van de goedkeuring van de Compensatie Systematiek Veenweide in Brussel.  (Voor verdere duiding zie onderdeel 7: Veenweide Programma van de paragraaf Grote projecten.)

Landbouw

  • KPI-doelsturing: Volgende op de pilots uit 2025 wordt in 2026 een generieke KPI-doelsturingswerkwijze ontwikkeld en uitgerold voor heel Fryslân.  Hierbij wordt nadrukkelijk ingezet op de samenwerking rondom de versnellingsmaatregelen voor innovatie in mono-mestvergisting. Dit betekent dat we actief samenwerken met relevante partners en stakeholders om innovatieve technieken en processen binnen de mono-mestvergisting sneller te ontwikkelen en te implementeren.
  • Hooghangend Fruit (Gebiedsgericht Versnellen):  In 2026 is in beeld hoe de pilots in Zuidoost-Fryslân verder vorm kunnen krijgen.  Hierbij is ook een afhankelijkheid met de Rendac Uitspraak.
  • Laaghangend fruit - Noordelijke Investeringsregeling Reductie Stikstof: In 2025 kan deze regeling niet uitgevoerd worden door de Rendac-Uitspraak. Vraag is of en hoe dit in 2026 kan.

Risico's
De grootste risico's in 2026 zijn:

  • Slot op Vergunningverlening (Rendac-uitspraak): Voor het MRP Landbouw staan door de Rendac Uitspraak twee maatregelen on hold.  De maatregelen 'laaghangend fruit' en 'hooghangend fruit' raken direct de vergunningverlening en kunnen daardoor op dit moment niet uitgevoerd. Vraag is of dat in 2026 wel kan.
  • Geen staatssteunkader: De uitvoering van de maatregel 'duurzaam behoud weidevogelgrasland' is afhankelijk van het staatssteunkader in de Catalogus Groen Blauwe Diensten. Dit ligt voor ter notificering in Europa maar het is nog ongewis of dit wordt goedgekeurd. 
  • Onvoldoende budget voor realisatie: Voor de uitvoering van het Maatregelpakket Veenweide was oorspronkelijk € 60 mln. aangevraagd, maar is € 45 mln. toegekend. Dit betekent dat minder uitgevoerd kan worden dan oorspronkelijk beoogd. In 2026 wordt duidelijk in welke mate en waar het maatregelpakket Veenweide uitgevoerd kan worden.

7a. Veenweideprogramma

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - 7a. Veenweideprogramma

Inleiding 

In het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 hebben landen afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan 2 graden. Als uitvloeisel hiervan werd in Nederland op 2 juli 2019 de Klimaatwet van kracht.  Het Veenweideprogramma richt zich op het realiseren van een bijdrage aan de CO2-uitstootreductie zoals vastgelegd  in de Klimaatwet. In het Nationaal Klimaatakkoord maakten overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties in 2019 afspraken over de realisatie van de doelen uit de Klimaatwet. Het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet bevestigt bestaande afspraken t.a.v. klimaat en vormt daarmee een stimulans om uitvoering te blijven geven aan het Veenweideprogramma.

Onze ambitie voor de lange termijn (2050) is een blijvend evenwicht, waarin veenafbraak, bodemdaling en CO2-uitstoot nagenoeg zijn gestopt. De kwaliteit van landschap en natuur is verbeterd. Ook de leefbaarheid en vitaliteit staan op een hoog peil; de landbouw heeft zich aangepast aan de veranderde omstandigheden en recreatie en toerisme hebben zich verder ontwikkeld. Om tot deze ambitie te komen richten we ons voor 2030 op de volgende veenweidedoelen:

  1. De negatieve effecten van bodemdaling zijn verminderd (gemiddeld 0,2 cm minder bodemdaling per jaar): Enerzijds door de absolute bodemdaling te beperken, anderzijds door de negatieve effecten te beperken, mitigeren of te compenseren. Dit moet ertoe leiden dat schade aan woningen, wegen en infrastructuur wordt beperkt, de stijging van kosten van waterbeheer in het gebied ook in de toekomst beperkt blijft, de verdroging van natuurgebieden is afgenomen, en het landschap en de cultuurhistorie van het veenweidegebied herkenbaar blijven.  
  2. De uitstoot van broeikasgassen uit de veenbodem is in 2030 met 0,4 megaton CO2 equivalenten per jaar afgenomen. 
  3. De landbouw heeft een duurzaam toekomstperspectief.  
  4. Het watersysteem is waterrobuust en klimaatbestendig ingericht.

De uitvoering van het Veenweideprogramma vindt plaats in de gebiedsprocessen. Deze processen lopen in drie ontwikkelgebieden, Aldeboarn-De Deelen, de Hegewarren en Idzegea, terug te vinden als apart project in deze begroting. Ook zijn er drie kansrijke gebieden, Groote Veenpolder, Leechlân Grou-Warten en Akkrumer Goedland. Ontwikkelgebieden hebben prioriteit boven kansrijke gebieden en zijn verder in de uitvoering en planvorming.  

PS besluiten

  • Op 21 januari 2015 is de integrale visie vastgesteld voor het veenweidegebied, de Veenweidevisie, in nauwe samenwerking met Wetterskip Fryslân, de Friese gemeenten, belangenorganisaties en de mensen die er wonen en werken.
  • Op 18 juli 2018 is de zogeheten tussenstap 18/19 vastgesteld voor de uitvoering van de Veenweidevisie na 2019
  • Op 22 januari 2020 is ingestemd met de drie sporen aanpak gebaseerd op aanbevelingen uit de maatschappelijke kosten – batenanalyse van het veenweidegebied in Friesland.  
  • Op 26 mei 2021 is het Veenweideprogramma 2021-2030 vastgesteld waarmee invulling wordt gegeven aan de te realiseren opgaven in het Friese veenweidegebied tot 2030.
  • Op 21 december 2022 is de Funderingsaanpak vastgesteld door PS.
  • Op 12 juli 2023 hebben PS ingestemd met het voorstel voor de uitvoering van de moties die zijn ingediend door PS en AB naar aanleiding van de Funderingsaanpak d.d. 21 december 2022. Het gaat om de subsidie duurzaam funderingsherstel, financiering en doorpakken op code rood, maximale duur garantieregeling, eigen bijdragen funderingsonderzoek kwijtschelden, psychosociale kant van funderingsproblematiek, commissie bijzondere gevallen en financiële verbreding Funderingsaanpak.

Financiële stand van zaken

Kosten Veenweide algemeen Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Programmalijnen werkplannen € 36.466.692 € 23.268.240 € 13.198.451
Regiodeal NIL € 2.100.000 € 356.462 € 1.743.538
Funderingsaanpak € 14.453.550 € 899.021 € 13.554.529
NL2120 € 19.446.325 € 2.200.053 € 17.246.272
Hoogwatercircuits (door Wetterskip Fryslân) € 4.500.000 € 900.000 € 3.600.000
Investeringen door Wetterskip Fryslân € 7.500.000 € 900.000 € 6.600.000
Maatregelpakket ontwikkelgebieden € 45.744.000 € 0 € 45.744.000
Totalen € 130.210.567 € 28.523.776 € 101.686.791
Financiering Veenweide algemeen Begroot Ontvangen t/m 21-5-2025 Saldo
Provincie Fryslân € 39.370.424 € 0 € 39.370.424
Wetterskip Fryslân € 24.594.750 € 1.922.509 € 22.672.241
Gemeenten € 1.044.000 € 324.834 € 719.166
Rijk € 60.344.000 € 996.338 € 59.347.662
Overig € 4.857.393 € 131.416 € 4.725.977
Totalen € 130.210.567 € 3.375.098 € 126.835.469

Toelichting
In bovenstaande tabel zijn tot nu toe alleen de daadwerkelijk gerealiseerde ontvangsten opgenomen. Een deel van de uitgaven wordt ook gedekt door de provinciale bijdrage  welke wel in de begroting is opgenomen.

 

Wat gaan we doen in 2026?

In het kader van het FPLG is in het najaar van 2024 € 45 mln. door het Rijk beschikt voor uitvoering van de maatregelpakketten Veenweide. Ook wordt er gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (Samenwerkingsmaatregel Veenweide en de niet grondgebonden maatregelen). Beide budgetten zijn een impuls om in de gebieden een nieuwe stap in de uitvoering te zetten. 

Naar verwachting wordt er in 2025 ingestemd door de Europese Commissie met de Compensatiesystematiek Veenweide (CSV). Dit is een belangrijk instrument om in veenweidegebieden in Fryslân te komen tot uitvoering. 

Vanaf 2026 is er onvoldoende budget om de doelstellingen uit het Veenweideprogramma 2021 – 2030 te realiseren zoals beoogd. Het streven vanuit het programma is om het Veenweideprogramma de komende jaren op de huidige wijze voor te zetten. Om het reguliere programma tot en met 2030 uit te kunnen voeren is tot en met 2030 jaarlijks een extra bedrag van ca € 1,5 mln. benodigd, totaal € 7,2 mln. voor de gehele planperiode.

Daarnaast bevinden de verschillende kansrijke- en ontwikkelprojecten zich voor een groot deel in de verkenningsfase.  Na deze fase start de planfase en ligt er voornamelijk een grote grondopgave. Gezien de grootte van de projecten wordt ingeschat dat hiervoor de komende jaren in gedeelten minstens € 100 mln. tot € 150 mln. benodigd zal zijn. Hoewel wij daar nog geen zicht op hebben, zullen wij zoveel als mogelijk een beroep doen op het Rijk om deze middelen ter beschikking te stellen.

Alvorens het zo ver is stellen wij voor om voor 2026 een krediet beschikbaar te stellen ad € 10 mln. voor verwerving van gronden ten behoeve van de kansrijke projecten. Tegelijkertijd zijn wij ons bewust dat er een aantal voorwaarden zijn waar aan moet worden voldaan, zoals de goedkeuring door de Europese Commissie van de CSV om tot realisatie van het Veenweideprogramma te komen.

Als voor bovenstaande de middelen niet beschikbaar komen dan zullen de doelstellingen van het Veenweideprogramma aangepast moeten worden. Dan zal er een scopeaanpassing moeten plaatsvinden welke moet worden bekrachtigd door de besturen van de provincie en Wetterskip Fryslân.  


In 2026 gaan we binnen de gebieden de volgende werkzaamheden uitvoeren :

Binnen ADD zal de capaciteit ingezet worden op de doorontwikkeling van de CSV en het inzetten van de CSV voor de gebieden. De beschikbare capaciteit kan daarnaast ingezet worden voor voorlichting en advies. Zodra de CSV door de Europese Commissie is genotificeerd zou besluitvorming over daadwerkelijk toepassen daarvan in ADD Zuid, aan de hand van voorgestelde peilscenario 4, kunnen plaatsvinden. Dan gaat het ‘wiel van veenweide’ in ADD Zuid draaien. Ondertussen gaan we ook aan de slag in ADD Noord. Definitieve vaststelling van dat (al of niet nog aangepaste) peilscenario wordt niet voor eind 2027 verwacht.

Voor de Hegewarren starten we in de loop van 2025 het ontwerpproces om uiteindelijk tot een schetsplan inclusief geactualiseerde businesscase te komen. Zo  verwachten wij in het tweede kwartaal van 2026 een go/no go voorstel voor te kunnen leggen aan de besturen van Provincie en Wetterskip.

Voor de komende jaren is de ambitie dat Akkrumer Goedland volledig operationeel wordt als een groeiende, sociaal-maatschappelijk, ondernemende instelling die een duurzaam verdienvermogen nastreeft voor ondernemers in een sterk vernat veenweidegebied.  

Voor Idzegea is gewerkt aan het opstellen van een gebiedsanalyse, bestaande uit een LandschapsEcologische SysteemAnalyse (LESA) een landschapsbiografie en een Brede welvaartsanalyse. Deze zal in 2025  ter vaststelling aan de gebiedscommissie voorgelegd worden. Deze gebiedsanalyse is een stevig uitgangspunt voor het  vervolg: het opstellen van een gebiedsvisie met bijbehorende ambities, die uitgewerkt worden in verschillende inrichtingsscenario's uitmondend in het uiteindelijke gebiedsplan. 

Voor bodem en grondgebruik zetten we in op:

  • Begeleiden bodemproeven, excursies organiseren, resultaten delen en vertalen naar een programmatische aanpak 
  • Maatregel Klei in veen op praktijkschaal beproeven met boeren uit kansrijke en ontwikkelgebieden
  • Begeleiden onderzoek ‘weide en water’ wat gericht is op effecten van peilverhoging op gewasopbrengst, kwaliteit en draagkracht van de bodem
  • Stimuleren en ondersteunen kennisnetwerk duurzame maisteelt

Voor de ondersteuning van een duurzaam toekomstperspectief van de landbouw (It Nije Buorkjen) zetten we in op:

  • Uitrol en verbetering van de CSV in de ontwikkelgebieden
  • Begeleiden deelnemer aan GLB-samenwerkingsmaatregel voor peilverhoging o.a. via GLB-praktijkbedrijven
  • Voorlichting en advies geven over bedrijfseconomisch perspectief na peilverhoging
  • Uitrol onderzoeksprogramma Innovatiebedrijven in de Hegewarren en bij Akkrumer Goedland 

Op het gebied van onderzoek en monitoring zullen de volgende activiteiten worden ondernomen:

  • Onderzoek naar pitrus, dit is verruiging en een risico van peilverhoging
  • De monitoring op leverbot zal worden afgerond en we zullen deel blijven nemen aan de begeleidingscommissie van het  Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden. 
  • De VIPNL onderzoeken voor Klei in Veen, Overlagen en Profielkeren begeleiden, afronden en de resultaten daarvan beschikbaar stellen voor het Veenweideprogramma en diens stakeholders.

Ten aanzien van  natuur en biodiversiteit zullen we:

  • groene thema's in gebiedsprocessen borgen
  • Verdere uitvoering van de praktijkpilots kruidenrijkheid en veenmos
  • Doorontwikkeling Basiskwaliteit Natuur in Veenweide
  • Nulmeting en monitoring

Landschap en klimaat: vervolgstappen en inzet LESA
Cultuurhistorie en archeologie: verdere borging archeologische waarden

Met betrekking tot de Funderingsaanpak zullen we de uitvoering continueren, inclusief de uitvoering van de moties: 

  • Verder uitbouwen en ontwikkelen Funderingsloket om woningeigenaren te helpen met informatie, psychosociale hulp, funderingsonderzoek en -herstel 
  • Uitvoeren Subsidieregeling funderingsonderzoek incl. kwijtschelden eigen bijdrage funderingsonderzoek 
  • Uitvoeren Subsidieregeling funderingsherstel incl. hardheidsclausule bijzondere gevallen 
  • Afronden Financiering code rood / Doorpakken op 13 code rood gevallen (12 casussen gereed, indien nodig maatwerk laatste complexe geval) 
  • Afwegen maximale duur garantieregeling, nadat er duidelijkheid is over openstelling landelijk Fonds Duurzame Funderingsherstel (verwacht Q3 2025)
  • Inzetten op lobby voor Financiële verbreding Funderingsaanpak. Het huidige budget is slechts toereikend voor een klein deel van de potentiële probleemhebbers in veenweidegebied. Landelijke pilots uitvoeren in Fryslân geeft mogelijkheden om meer mensen te helpen en kennis (mee) te ontwikkelen, ook voor Datavoorziening en Innovatie. Aansluiting bij het Rijk (Nat. Aanpak Funderingsproblematiek) richt zich op heel Fryslân, een groter werkingsgebied dan veenweide. Of financiële verbreding van de Funderingsaanpak haalbaar is hangt af van landelijke besluitvorming. 

Risico’s

Onvoldoende tempo in de grondverwerving: Invulling van de opgaven in de gebiedsprocessen vraagt de mogelijkheid om af te kunnen waarderen en te kunnen compenseren. Grond is hierin cruciaal. Tot op heden hebben we onvoldoende grond beschikbaar in de verschillende gebieden om te kunnen afwaarderen en compenseren en kunnen wij onvoldoende snel handelen.  

Onvoldoende budget voor de realisatie: Zoals bij de vaststelling van het FPLG is aangegeven is zo’n € 1,4 mld. nodig om het veenweideprogramma tot uitvoering te brengen, inclusief de aanpak funderingen. Met het wegvallen van het Transitiefonds landelijk gebied wordt voor de financiering gekeken naar overige financieringsbronnen vanuit het Rijk en Europa. Het is nog onvoldoende duidelijk welke financieringsbronnen waarvoor beschikbaar komen en in hoeverre dit ingezet kan worden voor de uitvoering van het veenweideprogramma. Duidelijk lijkt wel dat er onvoldoende budget is om de bestuurlijke taakstelling in 2030 te realiseren. Het is op dit moment niet te zeggen of de financiële verbreding van de Funderingsaanpak haalbaar is, omdat dit afhangt van de landelijke beleidsontwikkeling.  

7b. Aldeboarn - De Deelen

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - 7b. Aldeboarn - De Deelen

Inleiding
Aldeboarn- De Deelen is één van de ontwikkelgebieden in het Veenweideprogramma 2021-2030. Binnen deze gebieden liggen er op inhoudelijke gronden en vanuit maatschappelijke energie veel kansen, én zijn er middelen om aan de slag te gaan. 
In het gebied loopt sinds 2016 een proces ‘van onderop’, gestart door burgers en boeren uit het gebied zelf .

Er is  2021 een breed samengestelde gebiedscommissie ingesteld met de opdracht om een integraal ontwerp gebiedsplan op te leveren. Eind 2023 is, als tussenstap naar een ontwerp gebiedsprogramma, door de gebiedscommissie een lange termijn visie (het Koersdocument) vastgesteld. De betrokken overheden (GS, DB Wetterskip en colleges van B&W van de drie betrokken gemeenten) hebben dit Koersdocument inmiddels als inspirerend en richtinggevend betiteld en uitgesproken er in gezamenlijkheid met de gebiedspartners verder invulling aan te willen geven.  Het doel daarbij is de leefbaarheid en vitaliteit van het gebied, waarbij de opgaven uit het veenweideprogramma, maar ook de ambities uit het gebied zelf integraal onderdeel zijn te bevorderen. Het Koersdocument is tevens ter kennisgeving aan de Staten toegezonden.  

Het gebied is opgesplitst in ADD Zuid en ADD Noord. Voor ADD Zuid zijn reeds een aantal peilscenario’s gemaakt, en wordt binnenkort een definitief concept peilscenario (SC4) met bijbehorende watersysteemplan aan de gebiedscommissie aan geboden. Dit SC4 kan als basis dienen voor ingaan van de volgende fase: het daadwerkelijk doen van een voorstel voor nadeelcompensatie en het opstarten van het ruilverkavelingsproces. Voor Noord is zo’n scenario nog niet ontwikkeld. 

Er worden waar mogelijk door de provincie strategische grondaankopen gedaan. Koppelkansen met de veenweideopgave worden verder uitgewerkt met de beschikking van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw, de Erfgoeddeal en een gebiedsofferte in het kader van Aanvalsplan Grutto voor ADD Noord. 

PS besluiten

  • Op 25 november 2020 heeft PS besloten om € 7 mln., van de € 22 mln. aan Friesland toegekende Impulsgelden van het Rijk, toe te kennen aan de gebiedsontwikkeling Aldeboarn- De Deelen.
  • Op 12 juli 2022 heeft PS via de Berap besloten om € 21.846.750, toegekend door het Rijk via de Versnellingsagenda 2022-2023, toe te kennen aan de gebiedsontwikkeling Aldeboarn-De Deelen

Financiële stand van zaken 

Kosten Aldeboarn-De Deelen Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Gebiedsproces € 4.753.432 € 2.567.950 € 2.185.482
Vastgoed € 32.419.641 € 7.357.312 € 25.062.329
Regiodeal NIL € 1.392.188 € 401.337 € 990.851
GLB pilot (via Stichting Koningsdiep) € 1.816.032 € 1.816.032
Totalen € 40.381.293 € 10.326.599 € 30.054.694
Financiering Aldeboarn-De Deelen Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Impulsgelden (SPUK) € 7.000.000 € 4.602.982 € 2.397.018
IBP-VP (SPUK) € 4.913.223 € 1.769.160 € 3.144.063
Klimaatenvelop (DUK) € 3.150.000 € 3.150.000 € 0
Versnellingsagenda (SPUK) € 21.846.750 € 0 € 21.846.750
Pachtopbrengsten € 263.100 € 291.954 € -28.854
Regiodeal NIL fase 1 (SPUK) € 317.425 € 240.025 € 77.400
Regiodeal NIL fase 1 (via Stichting Koningsdiep) € 82.575 € 0 € 82.575
Regiodeal NIL fase 2 2022-2024 (SPUK) € 992.188 € 103.333 € 888.855
Beschikking RVO inzake GLB-pilot € 1.206.032 € 1.206.032
Bijdrage Wetterskip aan GLB pilot € 182.500 € 182.500
Bijdrage Provincie aan GLB pilot € 332.500 € 332.500
Bijdrage Provincie aan verlenging GLB pilot € 95.000 € 95.000
Totalen € 40.381.293 € 10.157.454 € 30.223.839

Wat gaan wij doen in 2026?

  • Voorbereiden van een inrichtingsprogramma, Inrichtingsbesluit (herverkaveling door provincie),  Omgevingsplan (R.O., functietoekenning door gemeenten), Nota peilbeleid  en peilbesluiten (WP). Toewerken naar een integraal gebiedsprogramma voor ADD-Zuid inclusief een volwaardige organisatie vanuit de overheden in samenwerking met het gebied. De basis van dit gebiedsprogramma wordt gevormd door de groenblauwe scenario’s en voorstellen voor integrale waterbeheersing,  met naast aandacht voor de gevolgen voor de landbouw ook nadrukkelijk aandacht voor natuur, wonen, recreëren en energie, mits . Mits voldoende capaciteit voorhanden is.
  • Afhankelijk van de verdere uitwerking van het ontwerp gebiedsplan zal mogelijk ook een milieueffectrapportage moeten worden opgesteld.
  • Het concept gebiedsplan vormt de basis voor de volgende fase in het gebiedsproces: Op basis van het concept gebiedsplan kan met behulp de Compensatie Systematiek Veenweide een eerste kostenopzet voor zowel de benodigde compensatie voor de landbouw als uitvoering van het gebiedsproces zelf worden opgesteld.
  • Bij voldoende financiële middelen kan vervolgens een concreet aanbod voor nadeelcompensatie (in geld of grond) aan de boeren en verpachters worden gedaan en begint het ‘wiel van veenweide’ te draaien, waarbij o.a. zo nodig een ruilverkavelingsproces wordt uitgevoerd.
  • Afronding van lopende projecten uit de regiodeal NIL.
  • Op advies van de gebiedscommissie worden vooruitlopend op de vaststelling van het ontwerp integraal gebiedsplan no regret maatregelen uitgevoerd.
  • Uitwerking van de Erfgoeddeal.
  • Voor ADD Noord het ontwerp peilscenario maken in combinatie met uitwerking mogelijkheden Aanvalsplan Grutto. 

7c. Hegewarren

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - 7c. Hegewarren

Inleiding 

De Hegewarren is één van de ontwikkelgebieden in het Veenweideprogramma 2021-2030. De bodem in de Hegewarren zakt en het waterbeheer wordt er ingewikkelder. Door het dalende veen komt er veel CO2 vrij en door lagere grondwaterstanden verdrogen omliggende natuurgebieden. Daarnaast ligt de Hegewarren naast het stikstofgevoelige natuurgebied De Alde Feanen. De peilen moeten omhoog om de problemen op te lossen. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor de mensen die in en om de Hegewarren wonen en de grond gebruiken. Daarom is juist hen gevraagd om na te denken over een goede invulling van het gebied met een hoger waterpeil. 

Bijna een jaar lang heeft een groep inwoners en betrokkenen uit en rondom de Hegewarren gewerkt aan oplossingen voor de toekomst van de Hegewarren in het veenweidegebied. Ze deden dat in een zogenaamd co-creatieproces. In 2022 heeft u op basis van de resultaten uit dat proces het besluit genomen om de polder om te vormen naar een waterrijk gebied met veel ruimte voor natuur en recreatie.  
Voor veehouders in het gebied verandert er veel. Ze kunnen of willen niet blijven in een polder met hogere grondwaterstanden. Ze gaven aan ervoor open te staan om in gesprek te gaan over het verplaatsen van hun bedrijf. Daarom heeft u hier in 2020 geld voor beschikbaar gesteld.

PS besluiten 

  • Op 27 november 2019 heeft PS vastgesteld dat een integrale gebiedsontwikkeling van de Hegewarren kansrijk is.  
  • Op 25 november 2020 heeft PS (vooruitlopend op de planvorming) een uitvoeringskrediet van € 30 mln., waarvan € 15 mln. aan Impulsgelden van het Rijk, beschikbaar gesteld voor het aankopen van de agrarische bedrijven in de Hegewarren 
  • Op 21 april 2022 lag een keuze voor tussen voorkeursvarianten Polderaquarel en Open en Natuurlijk als oplossing voor de gestapelde problematiek in de Hegewarren. Uw Staten hebben verzocht een aantal punten verder uit te werken en eerst een besluit te willen nemen over de beroepsvaarweg Drachten 
  • Op 21 september 2022 heeft PS besloten dat de vaarweg Drachten door de Hegewarren niet gerealiseerd wordt.
  • Op 21 september 2022 heeft PS ook de toekomstige koers van de Hegewarren vastgesteld in de vorm van de voorkeursvariant ‘Open en Natuurlijk’, en daarmee ook besloten om het eerste deel van de planfase te starten.

Financiële stand van zaken 

Kosten Hege Warren Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Vastgoed € 28.181.234 € 11.866.354 € 16.314.880
Planstudie € 1.965.566 € 1.500.308 € 465.258
Regiodeal NIL € 450.000 € 325.424 € 124.576
Overgangsbeheer € 1.294.400 € 596.038 € 698.362
Innovatiepolder € 821.436 € 736.929 € 84.507
Totalen € 32.712.636 € 15.025.053 € 17.687.583
Financiering Hege Warren Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Impulsgelden (SPUK) € 15.000.000 € 10.520.253 € 4.479.747
Verkoopopbrengsten vastgoed € 14.452.000 € 0 € 14.452.000
Bijdrage Veenweide programma € 1.570.000 € 1.372.890 € 197.110
Pachtinkomsten € 119.200 € 136.831 € -17.631
Overige inkomsten € 0 € 876 € -876
Bijdrage Gemeente Smallingerland € 150.000 € 150.000 € 0
Bijdrage Wetterskip Fryslân € 150.000 € 150.000 € 0
Regiodeal NIL 2022-2024 (SPUK) € 150.000 € 150.000 € 0
Regiodeal NIL kennismiddelen (SPUK) € 300.000 € 160.472 € 139.528
NL 2120 Cofinanciering Provincie € 175.200 € 175.200 € 0
NL 2120 Subsidie € 646.236 € 646.236 € 0
Totalen € 32.712.636 € 13.462.758 € 19.249.878

Wat gaan wij doen in 2026?

Op dit moment is iets meer dan de helft van het gebied aangekocht. We blijven in gesprek met de overige eigenaren in het gebied over de aankoop (of verplaatsing) van hun bedrijf en gronden.  

Planvorming
We gaan verder met de planuitwerking van de gekozen variant 'Open en Natuurlijk'. In 2024 is een Landschapsecologische Systeem Analyse (LESA) uitgevoerd waarmee inzicht is verkregen in de potentiële effecten van de beoogde maatregelen op de kwaliteit van het water, de bodem en de natuur. De uitkomsten van deze analyse,  en andere onderzoeken zoals een archeologische verkenning, gebruiken we  als bouwstenen binnen het integrale ontwerpproces.  De keuzes die hieruit voortvloeien vertalen wij uiteindelijk naar verschillende scenario's inclusief een financiële onderbouwing. Zoals u van ons gewend bent betrekken we de omgeving en omwonenden bij het ontwerpproces.   

Risico’s
De afgelopen periode is er sprake van onderbezetting geweest en konden benodigde posities niet goed worden ingevuld. Inmiddels is daarin verandering gekomen en kan er verder gewerkt worden aan het uitwerken van deelproducten. Gevolg is dat de planning is bijgesteld om een go/no-go besluit voor te leggen naar medio 2026. Vanaf dat moment is een “go” belangrijk voor de borging van aangevraagde fonds financiering. Bij een “no-go” of verdere vertraging kunnen financieringen (maatregelpakket) komen te vervallen. 

Een ander punt van aandacht is het aankoopproces. Verplaatsen van bedrijven wordt lastiger in verband met het schaarser worden van landingslocaties met een goede vergunning (met ruimte voor de toekomst), concurrentie van agrariërs uit andere provincies (waar hectareprijzen hoger zijn) en stijgende (ver)bouwkosten. Uiteindelijk is de vrijwilligheid voor het verkrijgen van grondpositie een afbreukrisico.  Dit kan bepalend zijn voor ontwerp mogelijkheden en realiseerbaarheid van het plan. Voor tijdelijk beheer (exploitatie van de polder) is onderzoek- en ontwikkelruimte van groot belang. Door stagnerende vergunning verlening bestaat een risico op stilval van de lopende initiatieven. 

7d. Idzegea

Terug naar navigatie - Paragraaf 9. Grote projecten - 7d. Idzegea

Inleiding

Idzegea is één van de ontwikkelgebieden in het Friese Veenweideprogramma 2021-2030. Het gebied is ongeveer 2500 hectare groot en telt rond de 50 boerenbedrijven. Het ligt in een waterrijke omgeving en is daardoor erg in trek bij toeristen. De bodem bestaat uit een dikke laag veen. Door de ligging biedt het gebied kansen voor weidevogels.  
Boeren, betrokkenen, belanghebbenden en de overheden (provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân en de gemeente Súdwest-Fryslân) werken samen toe naar een integraal plan voor de toekomst van het gebied. Hiervoor is in 2023 een gebiedscommissie geïnstalleerd.

In 2024 is gewerkt aan een gebiedsanalyse die dient als basis voor integraal ontwerp voor de toekomst van het gebied. Die gebiedsanalyse heeft inzicht geboden in de fysieke, sociaal economische en historische stand van het gebied. Er is een LESA uitgevoerd, is een landschapsbiografie opgesteld en met het Fries Sociaal Planbureau is gewerkt aan een nulmeting naar de brede welvaart in het gebied. We betrekken de brede omgeving daarbij en kijken integraal naar opgaven en kansen.

In 2025 gaan we op basis van scenariostudies toe naar een ontwerpplan voor de toekomst van het gebied. Het plan wordt naar verwachting in de loop van 2026 opgeleverd en daarin wordt invulling gegeven aan de veenweideopgave maar ook, koppelkansen zoals Aanvalsplan Grutto maar ook leefbaarheid en energie. 

Pilots en leren  
In Idzegea lopen verschillende pilots waarin we leren over het gebied en haar mogelijkheden. Zo brengen we knelpunten en kansen bij de invoering van hogere waterpeilen in beeld. Dit doen we bijvoorbeeld in een proef met flexibel peilbeheer. Ook hebben  we deel genomen aan het meetnetwerk Boeren meten Water. We voeren deze onderzoeken uit samen met betrokken partijen in het gebied. Waar nodig doen wij aanvullend onderzoek naar de bodem en grondwaterstanden. In 2025 ronden we een deel van die pilots af, we evalueren dan het verloop en bepalen een vervolg. In een deel van het gebied wordt al uitvoering gegeven aan een peilverhoging voor het 4 jaar dankzij subsidiemogelijkheden vanuit de samenwerkingsmaatregel GLB. Waar mogelijk meten en monitoren we de effecten van die ingreep. 

In 2025 zijn we ook gestart met een pilot voor kruidenrijk grasland. Het project brengt de huidige status van de kruidenrijkheid in het gebied in beeld en er worden lokale en autochtone kruiden ingezaaid. Alle opgedane kennis wordt gedeeld met de boeren in het gebied.

PS besluiten

Geen.

Financiële stand van zaken 

Er is € 1,6 mln.  beschikbaar gesteld door de Provincie  voor capaciteit en producten voor de ontwikkel en ontwerpfase die van 2023 tot 2026 loopt.  Vanuit de Maatregelenpakketten Klimaat Veenweide zijn er middelen beschikbaar voor het Veenweideprogramma (€ 45 mln.). In de loop van 2025 wordt duidelijk hoeveel van deze middelen  beschikbaar zijn voor Idzegea. 

Kosten Gebiedsproject Idzegea Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Proceskosten € 1.768.996 € 746.390 € 1.022.606
Regiodeal € 292.200 € 39.752 € 252.448
Totalen € 2.061.196 € 786.142 € 1.275.054
Financiering Gebiedsproject Idzegea Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Bijdrage uit Veenweideprogramma € 1.622.500 € 590.467 € 1.032.033
Bijdrage Wetterskip Fryslân (in kind) € 73.248 € 73.248
Bijdrage Gemeente Súdwest Fryslân (in kind) € 73.248 € 73.248
Regiodeal NIL 2022-2024 € 292.200 € 31.702 € 260.498
Totalen € 2.061.196 € 622.169 € 1.439.027

Wat gaan wij doen in 2026?

  • Er wordt toegewerkt naar een integraal gebiedsplan. De insteek is om op basis van de gebiedsanalyse via scenario’s de vertaling te maken naar een ontwerpplan waarin invulling gegeven wordt aan de opgaven, kansen, (financiële) haalbaarheid en draagvlak
  • We hopen eerste stappen te maken met de grondverwerving.
  • In 2026 gaan we verder met diverse pilots zoals de GLB-pilot rondom grondwaterpeil en extensivering waarin we leren over het gebied. We ronden een aantal Regiodeal NIL projecten af in 2025.

Risico's 

De bemensing van het veenweideprogramma is lastig op orde te krijgen, ook in Idzegea knelt het. Dat betekent dat de planvorming niet altijd op schema loopt. In 2025 hebben we vertraging opgelopen in het planproces en met het besteden van Regiodeal Middelen. Het streven is dat we in 2026 weer op volle capaciteit kunnen voortgaan. 
Door het uitblijven van het transitiefonds is de toekomstige financiering van het project onzeker, ondanks dat een deel van de middelen uit het maatregelpakket in Idzegea landt.  Het lukt mede door een gebrek aan middelen, maar ook door weinig mobiliteit op de markt nog niet op grondposities te verkrijgen in het gebied.