Programma 4: Ruimte en Klimaat

Inleiding

Terug naar navigatie - Programma 4: Ruimte en Klimaat - Inleiding

Ruimte en klimaat zijn twee brede en integrale thema's. 

In 2020 is de Provinciale Omgevingsvisie (POVI) 'De Romte Diele' vastgesteld.  Hierin staat het provinciale omgevingsbeleid en zijn vier urgente opgaven benoemd die om een integrale en gezamenlijke aanpak vragen:

  1.  Leefbaar, vitaal en bereikbaar;
  2. Energietransitie;
  3. Klimaatadaptatie;
  4. Versterken biodiversiteit.

De Omgevingsvisie werken we uit in programma's. De afgelopen jaren zijn onder andere het Regionaal Waterprogramma, het Energieprogramma 2022-2025, het Programma Erfgoed 2025-2028 opgesteld. Andere programma's zijn in voorbereiding.  

In 2024 zijn we gestart met de actualisatie van de Omgevingsvisie. Daarbij staat een zorgvuldig gebruik van onze ruimte centraal. We zetten in op slimme functiecombinaties en besteden aandacht aan omgevingskwaliteit. Provinciale Staten stellen de geactualiseerde Omgevingsvisie vast.  

We zien toe op de naleving van ons omgevingsbeleid dat is vastgelegd in de Omgevingsverordening.

Ook landelijk verandert het ruimtelijk beleid. Het Rijk werkt aan een nieuwe Nota Ruimte, als actualisatie van de Nationale Omgevingsvisie. Wij brengen de Friese belangen in dat proces in.

Daarnaast verandert de rol van de provincie op het gebied van wonen. De Wet versterking regie volkshuisvesting maakt dat wij (mede)verantwoordelijk worden voor voldoende betaalbare woningen. Tot 2030 moeten er in Fryslân 22.387 woningen worden gebouwd. Dit is vastgelegd in de regionale woondeals. Alle dorpen en steden in Fryslân moeten kunnen groeien, passend bij hun schaal en karakter. Samen met onze partners zetten we hierop in. We geven speciale aandacht aan woonvormen voor ouderen, zodat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. 

De gevolgen van klimaatverandering zijn al merkbaar. Weersextremen nemen toe, de bodem daalt, en dat leidt tot risico’s zoals droogte, hittestress, wateroverlast, funderingsschade en natuurbranden. Deze ontwikkelingen raken iedereen: inwoners, bedrijven, landbouw, natuur en erfgoed. Ook internationale gevolgen, zoals vluchtelingenstromen en verstoringen in de handel, kunnen Fryslân raken. 

Daarom zijn er twee soorten maatregelen nodig: 

  1. Aanpassen aan de effecten van klimaatverandering
  2. Verminderen van de oorzaken van klimaatverandering

We werken aan een toekomstbestendig water- en bodemsysteem en maken de omslag naar duurzame energie. Een gezonde bodem, schoon en voldoende zoet water en een veilig watersysteem zijn cruciaal om in Fryslân goed te kunnen wonen, werken en leven. Ze zijn de basis voor onze brede welvaart. Via vergunningen, toezicht en handhaving (VTH) zorgen we ervoor dat wat schoon is, schoon blijft. 

We willen in 2050 onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. De energietransitie is daarvoor noodzakelijk. Meer schone energie uit Fryslân maakt ons minder afhankelijk van olie en gas, draagt bij aan betaalbare energie en zorgt dat de opbrengsten in de regio blijven. Zon en wind zijn van ons allemaal. Als we daar energie en inkomsten uit halen, moet iedereen kunnen meeprofiteren.  

Ambities

Terug naar navigatie - Programma 4: Ruimte en Klimaat - Ambities

Ruimtelijke Ordening:
We werken samen met gemeenten en Wetterskip Fryslân aan een toekomstbestendige ruimtelijke inrichting van onze provincie. De invoering van de Omgevingswet vraagt om een nieuwe manier van denken en doen. Samen maken we die omslag. 
Onze hoofdambitie is brede welvaart in een vitaal, veerkrachtig, karakteristiek en gezond Fryslân. De leefomgeving is de gedeelde ruimte waarin mensen samenleven, wonen, werken en recreëren. Fryslân is van iedereen die er woont, werkt of op bezoek is. 
Een belangrijk onderdeel van die ambitie is een passende woningvoorraad en een aantrekkelijke leefomgeving, voor alle huidige en toekomstige inwoners. Ook willen we de herkenbaarheid van het Friese landschap behouden. Dat landschap is gevormd door de geschiedenis en draagt bij aan de leefbaarheid, biodiversiteit, recreatie, landbouw en andere maatschappelijke opgaven. 

Klimaat en Water: 
We willen dat Fryslân in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht, met een goede bodem- en waterkwaliteit. 
Met waterrobuust bedoelen we dat het watersysteem tegen een stootje kan: tegen langdurige droogte én tegen extreme neerslag, zonder dat er direct moet worden ingegrepen. 
Fryslân blijft beschermd tegen overstromingen – zowel vanuit de grote wateren als binnen het regionale watersysteem. Technische én ruimtelijke maatregelen helpen ons om de gevolgen van weersextremen op te vangen. Afwenteling op andere gebieden of toekomstige generaties willen we voorkomen. 
Een gezond en karakteristiek watersysteem is essentieel. Grond- en oppervlaktewater moeten van goede kwaliteit zijn voor functies zoals drinkwater, landbouw, natuur, industrie en recreatie. Het water uit de kraan moet ook in de toekomst veilig zijn. We voorkomen vervuiling en verbeteren waar nodig de waterkwaliteit. 
Het Friese waterstelsel is uniek: Waddenzee, eilanden, kustzone, IJsselmeer, meren, kanalen en beken vormen een samenhangend geheel. Dit willen we behouden. Maatregelen voor een toekomstbestendig watersysteem bieden tegelijk kansen voor recreatie, gezondheid en identiteit. 
Grond- en oppervlaktewater zijn nauw verbonden. Vanuit het Drents Plateau stroomt grondwater westwaarts. In het Veenweidegebied komt dit als kwelwater naar boven en wordt vervolgens afgevoerd naar de Waddenzee. Wij willen dit water hoogwaardiger benutten, bijvoorbeeld voor drinkwater. Zo hoeven we minder waardevol zoet grondwater ongebruikt af te voeren. 
De doorlevering van oppervlaktewater naar Groningen en Drenthe via de sluis bij Gaarkeuken blijft uiteraard in stand. 

Milieu:
De ambitie voor Milieu is het uitvoeren van de wettelijke taken vergunningverlening, toezicht en handhaving en het leveren van een bijdrage aan een duurzame leefomgeving.

Energietransitie: 
In 2050 wil Fryslân onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. 
We werken aan deze ambitie via vijf programmalijnen uit het Energieprogramma 2022–2025. Zo dragen we bij aan betaalbare, schone energie en brede welvaart voor iedereen. 

Vastgestelde beleidsnotities

Terug naar navigatie - Programma 4: Ruimte en Klimaat - Vastgestelde beleidsnotities

Overzicht van lasten en baten programma 4 Ruimte en Klimaat

Terug naar navigatie - Programma 4: Ruimte en Klimaat - Overzicht van lasten en baten programma 4 Ruimte en Klimaat
Exploitatie- Bedragen x € 1.000 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Lasten
4.1 Ruimtelijke ordening en wonen 4.126 3.589 3.477 633 633
4.2 Water en bodem 23.467 39.591 21.732 10.991 5.772
4.3 Milieu 8.811 9.723 8.752 8.732 8.732
4.4 Energietransitie 12.018 9.270 5.304 1.667 1.667
Totaal lasten 48.422 62.173 39.265 22.022 16.804
Baten
4.1 Ruimtelijke ordening en wonen 1.446 903 594 0 0
4.2 Water en bodem 12.054 26.808 11.981 4.186 1.866
4.3 Milieu 589 557 524 524 524
4.4 Energietransitie 3.540 6.925 3.412 0 0
Totaal baten 17.629 35.192 16.511 4.710 2.390
Saldo van lasten en baten 30.793 26.980 22.754 17.313 14.414

Toelichting
De toelichting op de grootste verschillen tussen de jaren staat bij de afzonderlijke beleidsvelden beschreven.

Beleidsveld 4.1. Ruimtelijke ordening en wonen

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.1. Ruimtelijke ordening en wonen - Wat zien we?

Het Rijk neemt opnieuw een sterkere rol in de ruimtelijke ordening. Er komt meer centrale sturing op landelijke opgaven zoals water en bodem, energie, economie, wonen, landbouw en natuur. Deze onderwerpen worden verder uitgewerkt in de nieuwe Nota Ruimte (voorheen NOVI), die provinciaal een vertaling krijgt in onze Omgevingsvisie Fryslân (POVI). Het Rijk wil hierover afspraken maken in zogenoemde ruimtelijke arrangementen. 
In april 2025 hebben wij samen met de gemeenten Leeuwarden, Súdwest-Fryslân, Heerenveen en Smallingerland de verstedelijkingspropositie Fries Stedelijk Netwerk 2050 vastgesteld. Hierin staan de gezamenlijke ambities op het gebied van economie, mobiliteit en wonen voor Leeuwarden, Sneek, Heerenveen en Drachten. De propositie draagt bij aan de nationale ruimtelijke opgaven en vormt de basis voor een Friese bouwstrategie, inclusief een investeringsagenda. De provincie vervult hierin een regierol en betrekt ook de andere gemeenten in dit proces. 
Met de invoering van de Omgevingswet hebben wij een duidelijke regietaak in het ruimtelijk domein. We moeten opgaven integraal benaderen en zorgvuldig functies toewijzen aan locaties, met oog voor de kwaliteit van de leefomgeving. Daarbij bouwen we voort op de kernkwaliteiten van het Friese landschap. We combineren waar mogelijk: zuinig en meervoudig ruimtegebruik, benutting van koppelkansen en aandacht voor samenhang. Trends, prognoses en ontwikkelingen worden hierin meegenomen. 
We werken nauw samen met partners, met nadruk op samenwerking in een vroeg stadium (‘voorkantsamenwerking’). Vooruitlopend op de Wet versterking regie volkshuisvesting hebben we met het Rijk en de zes Friese regio’s regionale woondeals gesloten. In de Provinciale Woningbouwafspraken en Regionale Woondeals zijn inspanningsafspraken gemaakt. Deze gaan over meer dan alleen fysieke woningbouw. Ze hebben ook betrekking op wonen en zorg, en op het realiseren van voldoende betaalbare woningen. 
Met de invoering van de nieuwe wet wordt van de provincie meer regie verwacht bij het versnellen van de woningbouw en het zorgen voor voldoende passende woningen. Daarbij houden we rekening met demografische ontwikkelingen. De kaders leggen we vast in het volkshuisvestingsprogramma Frysk Wenplan. 
We zien dat het landschap op meerdere plekken verandert. Het Friese landschap, met zijn cultuurhistorie, archeologie en stedenbouw, vertelt samen het verhaal van Fryslân. Het draagt bij aan onze identiteit, herkenbaarheid, leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit. In het in 2025 geactualiseerde Grutsk op ‘e Romte beschrijven we de landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken en het provinciale belang daarvan. De zorgplicht voor het landschap werken we uit in een programma Landschap. Tegelijkertijd vragen urgente opgaven ruimte in het landschap. Denk aan klimaatadaptatie, stikstofreductie, woningbouw, de energietransitie en natuurinclusieve landbouw. Deze opgaven hebben directe impact op hoe Fryslân eruitziet en functioneert en zijn in het traject van de POVI zogenoemde overkoepelende opgaven. Zij worden daarom ook meegenomen in alle Omgevingsprogramma's onder de POVI. 

Taak- en rolvrijheid

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.1. Ruimtelijke ordening en wonen - Taak- en rolvrijheid

Taakvrijheid
Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 hebben overheden samen de verantwoordelijkheid om functies op een evenwichtige manier toe te wijzen aan locaties. De provincie vervult hierin vooral een coördinerende rol. Wij zorgen voor samenhang tussen de plannen van gemeenten, het Wetterskip en andere partners. In Fryslân doen we dat op een informele en vroegtijdige manier: we delen plannen en projecten al in een vroeg stadium met elkaar. Zo werken we aan de uitvoering van de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening Fryslân. 
Als dat nodig of wenselijk is, zetten we ons wettelijke instrumentarium in. Daarmee borgen we de kwaliteit van de leefomgeving op een manier die past bij de brede reikwijdte van het begrip ‘omgevingskwaliteit’. We sluiten daarbij aan bij de principes van de Omgevingswet, waaronder de algemene zorgplicht: "Eenieder draagt voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving." 
Met de komst van de Wet versterking regie volkshuisvesting krijgt de provincie aanvullende taken op het gebied van wonen. Zo wordt het opstellen van een volkshuisvestingsprogramma verplicht. Ook krijgt de provincie een grotere toezichthoudende rol richting gemeenten. 

Rolvrijheid
Binnen dit beleidsterrein zijn wij vooral een netwerkende overheid. De Omgevingswet zorgt ervoor dat provinciale belangen eerder op tafel komen en benadrukt het belang van goede samenwerking aan de voorkant van processen. Als we gebruikmaken van procedures of wettelijke instrumenten, verschuift onze rol naar die van rechtmatige overheid. 
Op het gebied van wonen en woningbouwprogramma’s zijn gemeenten in de lead. De provincie ondersteunt hen door kennis te delen, gezamenlijk onderzoek te doen en herbestemming en transformatie van locaties te stimuleren. Ook ondersteunen we lokale initiatieven. Om de uitvoering van woningbouwplannen te versnellen, kunnen we bovendien provinciale middelen inzetten. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.1. Ruimtelijke ordening en wonen - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 4.1

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.1. Ruimtelijke ordening en wonen - Wat willen we bereiken? - Doelstelling beleidsveld 4.1
  1. Via voorkantsamenwerking met onze partners, borgen wij  de uitvoering van de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening. Wij zetten indien nodig of wenselijk ons wettelijk ruimtelijk instrumentarium in. Daarnaast werken wij  samen met gemeenten en Wetterskip en maatschappelijke partners  aan de omslag als gevolg van de Omgevingswet. 
  2. Wij houden het omgevingsbeleid  actueel.  We doen dit door de vernieuwing van de POVI met de bijbehorende keuzes voor de ruimtelijke inpassing van diverse urgente opgaven (zoals klimaatadaptatie, energietransitie, landbouwtransitie, herstel biodiversiteit, woningbouw en circulaire bedrijven). De POVI wordt uitgewerkt in programma's, waaronder Landschap dat we in 2027 willen voorleggen. Daarnaast actualiseren we de Omgevingsverordening jaarlijks. 
  3. Wij werken aan een toekomstbestendige woningvoorraad met voldoende betaalbare woningen, aansluitend op de (toekomstige) (zorg)vraag van inwoners en van mensen die zich in Fryslân willen vestigen, waarbij de doorstroom wordt bevorderd en de beschikbare ruimte optimaal en zorgvuldig wordt benut. Het uitgangspunt is  2/3 betaalbare woningbouw en  30% sociale woningbouw.

Doelindicatoren

Onderwerp Indicator Doelwaarde
1. Voorkantsamenwerking Deelname participatietrajecten en omgevingstafels Actieve betrokkenheid 25
2. Actueel omgevingsbeleid
 
Actualiseren POVI 1
Actualiseren Omgevingsverordening 1
Actualiseren programma Landschap en voorleggen aan PS in 2027
3. Toekomstbestendige woningvoorraad Gerealiseerde nieuwe woningen 2022-2030 (gebaseerd op woondeals 2023) 22.387 woningen

Wat gaan we daarvoor doen

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.1. Ruimtelijke ordening en wonen - Wat gaan we daarvoor doen
Onderwerp Resultaten 2026
1. Voorkantsamenwerking We werken zelf en samen met onze partners aan een evenredige toedeling van functies aan locaties, zoals de Omgevingswet van ons vraagt. De Omgevingswet  en de urgente opgaven vragen de komende jaren om herziening van de POVI en Omgevingsverordening. Om het beleid uit te voeren, werken we meer en meer via voorkantsamenwerking samen met partners. Waar nodig zetten wij wettelijke instrumenten in, zoals advies en instemming, zienswijzen of een reactieve interventie. 
2. Actueel Omgevingsbeleid
 
tbv de actualisatie van de POVI wordt een ontwerp POVI aan PS voorgelegd. 
de jaarlijkse actualisatie van de Omgevingsverordening wordt ter vaststelling aan PS voorgelegd.  
3. Toekomstbestendige woningvoorraad 
 
samen met de Friese gemeenten en andere belanghebbenden komen wij tot  een Fries Volkshuisvestingsprogramma.  Hierbij  betrekken we de verstedelijkingspropositie en sluiten we aan op  het proces van de Provinciale Omgevingsvisie. 
we zetten de herbestemmingsregeling in ten behoeve van het efficient benutten van bestaande panden 

Resultaatindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.1. Ruimtelijke ordening en wonen - Resultaatindicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2026
1. Voorkantsamenwerking Samenwerking en betrokkenheid bij strategische complexe projecten 100%
2. Actueel Omgevingsbeleid ontwerp POVI voorgelegd aan PS  100%
geactualiseerde Omgevingsverordening  100%
3. Toekomstbestendige woningvoorraad
 
De afgesproken nieuwbouwopgave voor 2026 is gerealiseerd 
2.780 nieuwe woningen
Concrete afspraken met het Rijk over de randvoorwaarden uit de Woondeal  1
Aantal actuele regionale woondeals 6
Het Frysk Wenplan is voorgelegd aan PS  100%
Herbestemmingsregeling is beschikbaar  1
Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.1. Ruimtelijke ordening en wonen - Toelichting

Toelichting
Dit beleidsveld kent een hoge mate van budgetvrijheid. Alleen de boekjaarsubsidies aan Landschapsbeheer Fryslân en enkele kleinere Landschaps-instellingen en de jaarlijkse monitoring van de woningmarkt- en woningbouwontwikkelingen liggen meerjarig vast. 

De grootste verschillen tussen de begrote bedragen per jaar zijn als volgt te verklaren: Bij het onderwerp Actueel omgevingsbeleid zijn er tijdelijke middelen t/m 2025 vanuit het themabudget Natuur en landschap beschikbaar voor monitoring landschap. Daarnaast zijn er via een decentralisatie-uitkering tijdelijk t/m 2026 rijksmiddelen beschikbaar voor actualisatie van de NOVEX/POVI. Bij het onderwerp Toekomstbestendige woningvoorraad kennen de tijdelijke rijksmiddelen uit de SPUK's Flexibele inzet ondersteuning woningbouw en Woondeals een afbouwend bestedingsritme. Onder GS Voorwaardelijk staat het themabudget voor Wonen. We werken aan het omgevingsprogramma waarvoor deze middelen ingezet gaan worden.

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.1. Ruimtelijke ordening en wonen - Uitgebreide financiële tabel
Lasten en baten beleidsveld 4.1 Ruimtelijke ordening en wonen
Onderwerp - Bedragen x € 1.000 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Lasten
Actueel omgevingsbeleid 1.144 788 570 570 570
Toekomstbestendige woningvoorraad 2.382 1.552 808 64 64
Ruimtelijke ordening en wonen GS voorwaardelijk 600 1.249 2.100 0 0
Totaal lasten 4.126 3.589 3.477 633 633
Baten
Toekomstbestendige woningvoorraad 1.446 903 594 0 0
Totaal baten 1.446 903 594 0 0
Saldo van lasten en baten 2.681 2.687 2.883 633 633

Beleidsveld 4.2. Water en Bodem

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.2. Water en Bodem - Wat zien we?

De Omgevingswet verplicht provincies tot het opstellen van een Regionaal Waterprogramma. Dit programma vormt samen met de provinciale Omgevingsvisie het waterbeleid van de provincie. Hierin zijn kaders opgenomen voor waterveiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit en klimaatadaptatie. Waterschappen vertalen deze kaders in hun wettelijk verplichte waterbeheerprogramma’s. Gemeenten kunnen daarnaast een eigen watervisie opstellen, waarbij zij rekening houden met de provinciale uitgangspunten. Op dit moment zitten we halverwege de uitvoering van het Regionaal Waterprogramma 2022–2027. In 2025 starten we met de voorbereiding van het Regionaal Water- en Bodemprogramma 2028–2033.

De gevolgen van klimaatverandering worden steeds zichtbaarder. We krijgen vaker te maken met droogte, hittestress en wateroverlast. Fryslân moet zich daarop voorbereiden. Een gezonde bodem, voldoende en schoon zoet water en een veilig watersysteem zijn daarvoor essentieel. 
De kwaliteit van ons grond- en oppervlaktewater is de afgelopen decennia verbeterd. Maar we zijn er nog niet. Het ondiepe grondwater bevat steeds meer chemische stoffen (‘vergrijzing’), en ook in oppervlaktewater meten we deze stoffen. Opwarming van het water maakt het moeilijker om zwemwater schoon te houden. 
Ook de waterkwantiteit staat onder druk. We krijgen te maken met langere periodes van droogte én met hevige buien en langdurige neerslag. Dat vraagt om ruimte in het landschap. Daarnaast denken we na over onze afhankelijkheid van het IJsselmeer, nu en in de toekomst.

We maken als provincie onze eigen afwegingen bij de aanpak van deze uitdagingen. Dat doen we samen met Wetterskip Fryslân, Vitens, Friese gemeenten en buurgemeenten en -waterschappen. We zetten in op het duurzaam behouden van landbouwgronden en natuurgebieden. Daarbij kijken we steeds naar wat het water- en bodemsysteem aankan. Dit raakt ook andere beleidsvelden, zoals mobiliteit, woningbouw en de inrichting van het veenweidegebied en de hogere zandgronden. 
Elk gebied in Fryslân – van de Waddeneilanden tot de Noordelijke kleischil, het veengebied en de zandgronden – heeft zijn eigen fysieke kenmerken en sociaaleconomische structuur. We werken gebiedsgericht aan de opgaven, met behoud van de samenhang in het watersysteem. We zetten onder meer in op het vasthouden van zoet water, het verbeteren van de bodemvitaliteit, het tegengaan van verzilting en het zorgvuldig gebruik van IJsselmeerwater. 
De Omgevingswet vraagt ook om een breder bodembeleid. Naast aandacht voor bodemverontreiniging richten we ons op duurzaam en efficiënt gebruik van de bodem. Daarom voegen we bij de herziening van het Regionaal Waterprogramma ook het onderwerp ‘bodem’ toe. Zo ontstaat het Regionaal Water- en Bodemprogramma (RWBP). In de  Bodemagenda is beschreven hoe we verder werken aan een vitale bodem.

Voor landbouwbodems is het Nationaal Programma Landbouwbodems opgezet. In Fryslân vertalen we dit naar het streven naar een goede bodemkwaliteit en vruchtbare gronden. Over het algemeen is dit op orde, maar in specifieke gebieden spelen extra opgaven. Zo vragen bodemdaling in het veen, verzilting op kleigrond en verzuring op zandgronden om aanvullend onderzoek en zo nodig een eigen aanpak.

Het Veenweideprogramma levert een bijdrage aan de doelen van de Klimaatwet. Hierin zijn onder meer afspraken vastgelegd over de reductie van CO2-uitstoot. Het programma draagt zo bij aan een toekomstbestendig bodem- en watersysteem.

De provincie is bevoegd gezag voor de drinkwatervoorziening. We zorgen er samen met Vitens en Wetterskip Fryslân voor dat er voldoende schoon drinkwater beschikbaar blijft. Daarbij kijken we ook naar de effecten van winning op de omgeving en naar het stijgende gebruik van drinkwater. We roepen inwoners en bedrijven op om zuinig om te gaan met drinkwater en dit niet te gebruiken voor laagwaardige toepassingen. Samen met onze partners werken we aan bewustwording, innovatie en ondersteuning, onder meer via het Friese Bestuursakkoord Waterketen (FBWK), de WaterCampus Leeuwarden en een subsidieregeling voor duurzaam watergebruik op bedrijventerreinen. 

Op het gebied van water- en bodemtechnologie heeft Fryslân een sterke kennispositie. Deze positie is economisch van grote betekenis en kan de Friese economie een flinke impuls geven. Het is dan ook een speerpunt in de Economische Samenwerkingsagenda Blue Delta. Naast het ondersteunen van kennisinstituten zoals Wetsus en het investeren in innovatie willen wij samen met onze Friese partners deze belangrijke economische pijler de komende jaren nationaal en internationaal op de kaart zetten. En verkennen wij de mogelijkheden om naast en in samenwerking met de watercampus ook een bodemcampus op te starten, waar landbouw- en bodeminitiatieven samenkomen met onderwerpen zoals sûne grûn.

Taak- en rolvrijheid

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.2. Water en Bodem - Taak- en rolvrijheid

Taakvrijheid
De provincie heeft wettelijke taken op het gebied van waterveiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, bodem en klimaatadaptatie. Deze taken zijn vastgelegd in de Omgevingswet en in specifieke regelingen zoals de Kaderrichtlijn Water (KRW), de Zwemwaterrichtlijn en de Drinkwaterrichtlijn. Denk hierbij aan het beschermen van drinkwaterbronnen uit grondwater en de zorgplicht voor de fysieke leefomgeving. Het uitvoeren van deze taken is voor de provincie verplicht.  Aandachtspunt is daarbij dat we mede afhankelijk zijn van maatregelen van andere overheden voor het halen van onze doelen.

Rolvrijheid
Binnen het domein water en bodem ligt de nadruk op onze rol als rechtmatige overheid. We stellen kaders, verlenen vergunningen en houden toezicht. Dat zijn kerntaken. 
Tegelijkertijd raken water en bodem ook andere thema’s, zoals landbouw, natuur, wonen en recreatie. Dat vraagt om een bredere rol: die van samenwerkende overheid. Denk aan de aanpak van de veenweideproblematiek, of maatregelen rond klimaatadaptatie. Ook bij de versterking van waterkeringen kijken we waar we andere functies – zoals natuurontwikkeling of recreatie – kunnen meenemen. Zo maken we ‘werk met werk’. 
Water en bodem zijn dus niet alleen zelfstandige beleidsvelden, maar spelen ook een belangrijke rol binnen andere programma’s. Dat vraagt van ons om flexibel en integraal samen te werken met partners in de regio. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.2. Water en Bodem - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 4.2

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.2. Water en Bodem - Wat willen we bereiken? - Doelstelling beleidsveld 4.2
  1. Waterveiligheid en klimaatadaptatie: De inwoners van Fryslân en de Friese economie zijn goed beschermd tegen overstromingen en wateroverlast.
  2. Voldoende water: Het watersysteem is in balans, en we zijn weerbaar tegen droogte, wateroverlast en verzilting. 
  3. Schoon water: Het bewaken en herstellen van kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater, zoals verwoord in het Regionaal Waterprogramma, de KRW-nota en de tussentijdse evaluatie van de KRW nota. 
  4. Bodem: Een duurzaam en efficiënt bodembeheer gericht op gezonde en veilige leefomgeving.

Doelindicatoren.

Onderwerp Indicator Doelwaarde
1. Waterveiligheid en klimaatadaptatie Het systeem van regionale keringen is in goede staat en er is invulling gegeven aan meerlaagse veiligheid. 100%  
2. Voldoende water De KRW kwantitatieve toestand grondwater voldoet in 2027 aan de daarbij behorende normen. 100% in 2027
3. Schoon water De KRW kwaliteit voor grond- en oppervlaktewater is in 2027 op orde. 100% in 2027
De leveringszekerheid van het Friese drinkwater is op orde.  100%
4. Bodem Risico's bekende spoedlocaties zijn weggenomen.  100%

Wat gaan we daarvoor doen

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.2. Water en Bodem - Wat gaan we daarvoor doen
Onderwerp Resultaten 2026
Algemeen We geven uitvoering aan de acties uit het Regionaal Waterprogramma 2022-2027, en werken het concept- Regionaal Water en Bodemprogramma 2028-2032 uit.
1. Waterveiligheid en klimaatadaptatie We evalueren de in de periode 2023-2025 vastgestelde omgevingsplannen voor bebouwd gebied op het aspect van waterrobuustheid en klimaatbestendigheid ten opzichte van de periode 2000-2021. We maken afspraken met Wetterskip Fryslân over het onderhoud van de regionale keringen na 2027.
2. Voldoende water Met andere partijen voeren we een project (FRESHEM) uit dat meer inzicht geeft in de risico’s van verzilting in grondwaterlagen voor de landbouw, natuur en drinkwatervoorzining. 
3. Schoon water
 
 
 
 
We stellen de KRW-doelen en KRW-waterlichaambegrenzing  opnieuw vast (technische doelaanpassing).
We stimuleren en faciliteren de uitvoering van het aangepaste KRW-maatregelpakket zoals is vastgesteld tijdens de Tussentijdse evaluatie van de KRW-Nota op 23 april 2025. 
We voeren onze wettelijke taken voor zwemwaterlocaties uit.
We voeren periodieke monitoring grondwaterkwaliteit uit.
Wij stellen nieuwe gebiedsdossiers drinkwaterwinningen op.
4. Bodem
 
Bronaanpak spoedlocaties is afgerond.
Onderzoeksopzet bepalen omvang PFAS verontreinigingen is vastgelegd.

Resultaatindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.2. Water en Bodem - Resultaatindicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2026
Waterveiligheid en klimaatadaptatie
 
De acties uit ons RWP ten aanzien van meerlaagsveiligheid (preventie van overstromingen en wateroverlast, ruimtelijke inrichting en locatiekeuze en calamiteitenbeheersing) zijn uitgevoerd. 100 %
Vastgesteld FBWK4. 100 %
Voldoende water Er worden nieuwe, diepe meetlocaties (verziltingsmeetnet) geplaatst voor het volgen van de snelheid van verzilting.
We geven uitvoering aan (de maatregelen uit) het Deltaplan Zoetwater Fase II, en treffen voorbereidingen voor Fase III. 100 %
We leggen de Aanvullende Strategische Voorraden (ASV's) vast in de Omgevingsverordening. 100 %
Schoon water
 
 
 
 
PS stelt technische doelaanpassing KRW vast. 100 %
Alle zwemwaterlocaties vallen in de klasse aanvaardbaar,  uitstekend of goed. 100 %
Een geactualiseerd beeld van de kwaliteit van het grondwater in Fryslân.  100 %
Geactualiseerde gebiedsdossiers. 100 %
KRW maatregelen uitgevoerd vóór 31-12-2027. 100 %
Bodem Start sanering resterende locatie spoedlijst 1
Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.2. Water en Bodem - Toelichting

Toelichting 
Dit beleidsveld kent weinig budgetvrijheid. Een groot deel van de budgetten zijn bestemd voor werkzaamheden waar (langjarige) afspraken onderliggen of die een wettelijke basis kennen. 

De grootste verschillen tussen de begrote bedragen per jaar zijn als volgt te verklaren: Bij het onderwerp Waterveiligheid en klimaatadaptatie kennen de tijdelijke middelen voor Veenweide en de Friese IJsselmeerkust en de rijksmiddelen uit de SPUK Klimaatadaptatie een wisselend bestedingsritme. Bij het onderwerp Voldoende Water geldt dit voor de externe middelen voor FRESHEM (een landelijk onderzoek naar het zoutgehalte van ondiep grondwater langs de kust). Bij het onderwerp Schoon water staat in 2025 een subsidieplafond open vanuit de POP3-middelen. Als deze in 2026 weer opengesteld wordt, komen deze middelen er in de begroting bij dit onderwerp bij. Bij het onderwerp Bodem wordt de fluctuatie van de begroting veroorzaakt door het Europese Horizon-project Soilcrates, dat loopt t/m 2028. Onder GS Voorwaardelijk staat het resterende themabudget voor Water en Bodem, dat grotendeels ingezet zal worden voor het uitvoeren van de KRW-Maatregelen uit het aangepaste pakket (PS 23-4-2025). 

De begrote baten hebben  betrekking op de Rijksinkomsten/SPUK's, de EU-middelen voor Soilcrates, de bijdragen van andere aan realisatie deelnemende partijen en daarnaast € 0,7 mln. vanuit de voorziening Grondwaterwet. Deze voorziening wordt gevoed vanuit de inkomsten van de grondwaterbelasting die de provincie heft. 

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.2. Water en Bodem - Uitgebreide financiële tabel
Lasten en baten beleidsveld 4.2 Water en Bodem
Onderwerp - Bedragen x € 1.000 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Lasten
Waterveiligheid en klimaatadaptatie 16.407 31.438 10.541 4.399 2.629
Voldoende water 2.532 1.148 4.290 1.226 1.226
Schoon water 3.544 594 571 189 189
Bodem 983 2.252 2.120 1.656 62
Water en bodem GS voorwaardelijk 0 4.160 4.210 3.520 1.667
Totaal lasten 23.467 39.591 21.732 10.991 5.772
Baten
Waterveiligheid en klimaatadaptatie 9.654 24.007 6.030 1.866 1.140
Voldoende water 2.126 726 3.868 726 726
Schoon water 25 25 25 0 0
Bodem 250 2.050 2.058 1.595 0
Totaal baten 12.054 26.808 11.981 4.186 1.866
Saldo van lasten en baten 11.413 12.784 9.751 6.805 3.907

Beleidsveld 4.3. Milieu

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.3. Milieu - Wat zien we?

De taken Uitvoering en Handhaving (U&H, voorheen VTH) worden uitgevoerd binnen wettelijke kaders die zijn vastgelegd in onder andere de Omgevingswet (Ow), de Wet milieubeheer en de Wet luchtvaart. Daarnaast voert de provincie autonomen taken uit op basis van provinciale regelgeving, zoals de Omgevingsverordening Fryslân 2022.  Een nadere toelichting op de wettelijke taken is opgenomen in paragraaf 8 VTH taken.  

De belangrijkste ontwikkelingen die we zien zijn de volgende:

  • Milieu-uitdagingen en maatschappelijke druk
    De urgentie rond milieuvraagstukken neemt toe. Door middel van inzet van U&H-instrumenten kan er een bijdrage worden geleverd om milieudoelen te bereiken en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Belangrijke thema’s zijn:
    o    Verbetering van lucht- en waterkwaliteit
    o    Aanpak van PFAS en andere schadelijke stoffen
    o    Energiebesparing en CO2-reductie
    o    Circulaire economie
  • Versterking van het U&H-stelsel
    Al enige tijd is vanuit het Rijk ingezet op een verbetering en versterking van het landelijke U&H-stelsel. Belangrijke speerpunten die hieruit voortkomen zijn :
    o    Robuustheid van omgevingsdiensten: Er worden robuustheidscriteria ontwikkeld en wettelijk verankerd.
    o    Digitalisering en kennisinfrastructuur: Er wordt gewerkt aan een landelijke digitale infrastructuur voor informatie-uitwisseling en kennisdeling.
    o    Wettelijke borging van de 'Staat van VTH': Een instrument om de kwaliteit van het stelsel te monitoren en verbeteren.
  • Toezicht op energiebesparing en CO2-reductie
    Sinds 2023 zijn bedrijven verplicht om naast energiebesparende ook CO2-reducerende maatregelen te treffen. In 2025 heeft de Noordelijke Rekenkamer, in navolging van de Algemene Rekenkamer, een rapport gepubliceerd over de effectiviteit van het toezicht op deze verplichtingen. De aanbevelingen worden in 2026 geïmplementeerd in samenwerking met gemeenten en omgevingsdiensten (zoals FUMO en ODG).
  •  Arbeidsmarktkrapte en toenemende complexiteit
    De krapte op de arbeidsmarkt blijft een knelpunt voor omgevingsdiensten. Tegelijkertijd worden de opgaven complexer en omvangrijker. Dit leidt tot:
    o    Noodzaak tot inzicht in potentiële risico's zodat prioritering in toezicht en handhaving toegepast kan worden
    o    Mogelijke hogere uitvoeringskosten voor omgevingsdiensten
    o    Toenemende afhankelijkheid en belang van samenwerking en afstemming met ketenpartners
  • Versterking U&H beleidskader 
    De samenleving stelt hogere eisen aan een gezonde en veilige leefomgeving. Voorgaande ontwikkelingen vragen ook om een strategische inzet van capaciteit. Dit vraagt om een actueel U&H-beleidskader, een goede vertaling van strategisch beleid naar uitvoering, en een effectief inzetbaar instrumentarium.  Op bepaalde onderwerpen ontbreekt  het nog aan uitvoeringsbeleid om gericht U&H-instrumenten in te kunnen zetten. Dit zal de nodige aandacht gaan vragen, in afstemming met de omgevingsdiensten FUMO en ODG en ketenpartners.

Taak- en rolvrijheid

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.3. Milieu - Taak- en rolvrijheid

Taakvrijheid
Veel taken op het gebied van dit beleidsveld liggen vast in wet- en regelgeving. Ook is de provincie aangewezen als bevoegd gezag op gebied van milieu voor bepaalde milieubelastende activiteiten. Deels gelden wettelijke voorschriften voor de uitvoering voor de taak, deels heeft GS eigen beleidsvrijheid. Een groot deel van de wettelijke taken moet door een gezamenlijke omgevingsdienst met gemeenten worden uitgevoerd (in Fryslân de FUMO) en voor de Seveso bedrijven in Fryslân moeten de taken Uitvoering en Handhaving worden uitgevoerd door de ODG.

Rolvrijheid
De uitvoering van de U&H-taken wordt nu uitgevoerd met minimale inzet.  De nadruk binnen dit beleidsveld ligt sterk op onze rol als rechtmatige overheid: kaderstelling, vergunningverlening, toezicht. Maar waar ook andere onderwerpen worden geraakt speelt ook het functioneren als samenwerkende overheid een rol, milieu wordt dan als aspect van andere beleidsterreinen meegenomen wat het opereren als samenwerkende overheid noodzakelijk maakt. Samenwerking met andere overheden heeft sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet een grotere rol gekregen. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.3. Milieu - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 4.3

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.3. Milieu - Wat willen we bereiken? - Doelstelling beleidsveld 4.3
  1. De kwaliteit van de uitvoering van U&H voldoet aan de kaders van landelijke wetgeving
  2. Bij het opstellen van provinciale beleidskaders en uitvoeringsagenda's voor o.a. Water, Bodem, Energie, Economie en Natuur wordt bewust bezien of en hoe beschikbare U&H-instrumenten ingezet kunnen worden om een bijdrage te leveren aan het bereiken van een beleidsdoel.

Er zijn geen doelindicatoren geformuleerd.

Wat gaan we daarvoor doen

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.3. Milieu - Wat gaan we daarvoor doen
Onderwerp Resultaten 2026
1. Kwaliteit uitvoering U&H-taken
 
 
 
We voeren onze wettelijke taken uit op grond van onder andere de Omgevingswet en Algemene wet bestuursrecht.
Voor de taken Uitvoering en Handhaving wordt een jaarprogramma en een jaarverslag opgesteld.
We geven uitvoering aan het opdrachtgeverschap voor de wettelijke taken die bij de omgevingsdiensten zijn belegd.
De taken Uitvoering en Handhaving voldoen aan de gestelde generieke kwaliteitseisen.
2. Inzet U&H instrumenten om beleidsdoel te bereiken Om risico-gericht U&H instrumenten in te zetten zijn strategische milieudoelen opgenomen in provinciale beleidskaders en regelgeving zoals POVI en Omgevingsverordening.

Resultaatindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.3. Milieu - Resultaatindicatoren

 

Onderwerp Indicator Doelwaarde 2026
 1. Kwaliteit uitvoering U&H -taken Er zijn outcome criteria voor CO2 reductie bij bedrijven ontwikkeld en deze worden gemonitord.  100%
Beschikkingen worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld. 90%
Handhavingsbeschikkingen blijven in stand na gerechtelijke toetsing. 90%
2. Inzet U&H instrumenten om beleidsdoel te bereiken Actualiseren van twee operationele risico-analyses voor de inzet van U&H instrumenten bij de natuurtaken. 100%
Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.3. Milieu - Toelichting

Toelichting
Dit beleidsveld kent weinig budgetvrijheid. Het grootste deel betreft de structurele bijdrage aan de FUMO (€ 5,9 mln.) en aan de Omgevingsdienst Groningen (€ 1,2 mln.). Daarnaast liggen er structurele middelen vast voor milieutaken, de wettelijke VTH-taken en het Wadlopen. De begrote baten bedragen voor het grootste gedeelte de legesinkomsten op het gebied van milieu.
De hogere lasten in 2026 is te verklaren door de incidentele kosten van De Saiter in dat jaar (€ 0,9 mln.).

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.3. Milieu - Uitgebreide financiële tabel
Lasten en baten beleidsveld 4.3 Milieu
Onderwerp - Bedragen x € 1.000 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Lasten
Kwaliteit uitvoering U&H taken 8.745 9.671 8.701 8.680 8.680
Inzet U&H instrumentarium 65 52 52 52 52
Totaal lasten 8.811 9.723 8.752 8.732 8.732
Baten
Kwaliteit uitvoering U&H taken 589 557 524 524 524
Totaal baten 589 557 524 524 524
Saldo van lasten en baten 8.222 9.166 8.228 8.207 8.207

Beleidsveld 4.4. Energietransitie

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.4. Energietransitie - Wat zien we?

In 2024 heeft de samenwerking binnen de Friese Energietafel (FET) geleid tot een gezamenlijke Energievisie. Daarin is de omvang van de energieopgave in Fryslân inzichtelijk gemaakt. Ook is er een integrale aanpak ontwikkeld voor woningeigenaren met een smalle beurs en is er één centraal loket ingericht voor initiatiefnemers met energievragen. 
De uitvoering van deze visie gebeurt via een gezamenlijk uitvoeringsprogramma. Daarbij is samenwerking tussen overheden en maatschappelijke partners cruciaal. 
Een knelpunt blijft de verzwaring van het elektriciteitsnet. Door vertragingen bij netbeheerders ontstaat er steeds meer druk op de energietransitie én op ruimtelijke ontwikkeling. Bedrijven en woningbouwprojecten ondervinden steeds vaker hinder doordat ze niet tijdig kunnen worden aangesloten. Binnen de FET werken we daarom aan integrale programmering van de energie-infrastructuur. De provincie neemt hierin een coördinerende regierol, onder andere bij de prioritering van onderstations. 
Tegelijkertijd groeit de urgentie om innovatieve, kortetermijnoplossingen te vinden voor netcongestie. In samenwerking met de netbeheerders is hiervoor het Actieplan Netcongestie opgesteld. Landelijk zet het Rijk sterk in op de ontwikkeling van energiehubs. Dit sluit aan bij onze eigen inzet op decentrale, slimme energiesystemen. 
Ook de warmtetransitie krijgt steeds meer vorm. Groengas en aquathermie bieden perspectief, maar de ontwikkeling van groengasprojecten stokt vanwege stikstofbeperkingen. Voor oplossingen kijken wij nadrukkelijk naar het Rijk. 
De uitvoering van de landelijke SPUK-regeling voor bedrijfsmatig vastgoed (SPUK BV) is belegd bij Ynbusiness/IPF. Dit ondernemersloket is uitgebreid met een verduurzamingstak, zodat Friese ondernemers op één plek terechtkunnen voor economische én duurzame ondersteuning. 
In 2025 is aanvullend de adviesvoucherregeling Fryslân gestart. Hiermee kunnen MKB-ondernemers, bedrijventerreinen en lokale energie-initiatieven externe expertise inhuren voor verduurzaming op het vlak van energietransitie, digitalisering, circulariteit en klimaatadaptatie. 
Hoewel de spanning op de energiemarkt iets is afgenomen, ligt het prijsniveau nog steeds ruim boven het niveau van voor 2021. De betaalbaarheid van energie blijft daarmee een belangrijk aandachtspunt – voor zowel huishoudens als bedrijven.  

Taak- en rolvrijheid

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.4. Energietransitie - Taak- en rolvrijheid

Taakvrijheid
Op het gebied van de energietransitie beschikt de provincie over een grote mate van beleidsvrijheid. Er zijn geen dwingende wettelijke kaders die de invulling van deze opgave voorschrijven. De energietransitie geldt daarmee als een autonome provinciale taak, waarbij we zelf keuzes maken over de inzet, vormgeving en prioritering van het beleid. 

Rolvrijheid
Binnen dit beleidsveld neemt de provincie een coördinerende regierol op zich, met name bij het programmeren van de energie-infrastructuur. De complexe opgaven vragen daarnaast om intensieve samenwerking met gemeenten, netbeheerders, maatschappelijke organisaties en het Rijk. 
Afhankelijk van het onderwerp kunnen we schakelen tussen verschillende rollen op de overheidsparticipatieladder: 

  • Reguleren, bijvoorbeeld door in omgevingsbeleid en ruimtelijke plannen aan te geven waar wel of geen ruimte is voor duurzame energieopwekking.
  • Regisseren, bij de coördinatie van netverzwaring en de ontwikkeling van energiehubs.
  • Stimuleren, onder meer via instrumenten zoals het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy en de adviesvoucherregeling.
  • Faciliteren, door initiatiefnemers actief te ondersteunen en loketten in te richten.
  • Loslaten, wanneer markt of samenleving zelf het initiatief neemt en over voldoende uitvoeringskracht beschikt.

De rolkeuze is afhankelijk van de opgave, de betrokken partijen en de context in het gebied. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.4. Energietransitie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 4.4.

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.4. Energietransitie - Wat willen we bereiken? - Doelstelling beleidsveld 4.4.

Binnen het programma Energie werkt de Provincie Fryslân aan drie doelen: 

  1. in 2030 wekken we 33% van de energie die we gebruiken zelf op
  2. in 2030 besparen we 25% energie t.o.v. 2010
  3. in 2050 zijn we onafhankelijk van fossiele brandstoffen

Doelindicatoren

Onderwerp Indicator Doelwaarde 
1. Energie opwekking Percentage  hernieuwbaar opgewekte energie in Fryslân  33% in 2030
2. Energiebesparing  Percentage Energieverbruik 25% besparen in 2030 t.o.v. 2010
3. Onafhankelijk van fossiele brandstoffen Bijdrage aan landelijke reductiedoelstelling  Landelijke 55% reductie in 2030

Wat gaan we daarvoor doen?

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.4. Energietransitie - Wat gaan we daarvoor doen?
Onderwerp Resultaten 2026
1. Energie opwekking
 
 
samen met gemeenten werken we aan de realisatie van Energiehubs. 
we stimuleren de productie van groen gas.
we voeren het programma Wetterwaarmte uit en ondersteunen  warmte initiatieven
2. Energiebesparing
 
we voeren de Friese plus op de isolatieregeling uit met extra gelden uit Windpark Fryslân (WPF)
we ondersteunen het MKB bij verduurzaming en hebben hiervoor een adviesvoucherregeling beschikbaar. 
3. Onafhankelijk van fossiele brandstoffen we ondersteunen lokaal eigendom bij energie-initiatieven

Resultaatindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.4. Energietransitie - Resultaatindicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2026
1.  Energie opwekking
 
Aantal pilots Energiehubs     5
Aantal gerealiseerde monomestvergisters  25
Aantal warmte-initiatieven 20
2. Energiebesparing
 
Aantal woningen dat m.b.v. WPF gelden is geïsoleerd  1.000
Aantal bedrijven dat ondersteuning heeft ontvangen op het vlak van energiebesparing 100
Aantal bedrijven dat ondersteuning heeft ontvangen op het vlak van verduurzaming 
20
3. Onafhankelijk van fossiele brandstoffen Aantal aanvragen via het Friese Energiehuis voor lokale energie initiatieven 25
Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.4. Energietransitie - Toelichting

Toelichting
Dit beleidsveld kent volledige budgetvrijheid. Er is geen sprake van boekjaarsubsidies en de middelen komen voort vanuit het Bestuursakkoord, de inzet van Windpark Fryslân-middelen, rijksmiddelen (SPUK's) en Interreg-projecten.

De afname van de begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door het aflopen van het Energieprogramma, de rijksmiddelen voor Verduurzamen maatschappelijk/bedrijfsmatig vastgoed, de rijksmiddelen voor het Klimaat- en energiebeleid, het Interreg-project Waterwarmth en de beschikbare middelen vanuit WPF voor Stimulering duurzaamheid. Na 2026 bestaat de begroting bijna alleen nog uit de middelen uit WPF voor Stimulering duurzaamheid, deze middelen zijn als PS voorwaardelijk opgenomen.

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Beleidsveld 4.4. Energietransitie - Uitgebreide financiële tabel
Lasten en baten beleidsveld 4.4 Energietransitie
Onderwerp - Bedragen x € 1.000 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Lasten
Energie opwekking 4.271 1.163 225 0 0
Energiebesparing 5.500 1.410 794 0 0
Onafhankelijk van fossiele brandstoffen 2.247 5.030 2.618 0 0
Energietransitie PS voorwaardelijk 0 1.667 1.667 1.667 1.667
Totaal lasten 12.018 9.270 5.304 1.667 1.667
Baten
Energie opwekking 302 280 0 0 0
Energiebesparing 1.435 1.335 794 0 0
Onafhankelijk van fossiele brandstoffen 1.803 5.310 2.618 0 0
Totaal baten 3.540 6.925 3.412 0 0
Saldo van lasten en baten 8.478 2.344 1.892 1.667 1.667