Paragraaf 7. Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In het programma bedrijfsvoering staan onze ambities, doelen en resultaten op het gebed van de bedrijfsvoering. In deze paragraaf lichten we de volgende onderdelen nader toe:

  • De ontwikkeling van de organisatie, de uitvoering van het HR-beleid (human resources) en ziekteverzuim
  • Het programma digitaliseringstrategie
  • De herinrichting van het provinciehuis en het hybride werken
  • De Energie-neutrale organisatie.
  • Financiën / de inzet van personeel, de ontwikkeling van het capaciteitsbudget, inclusief bezetting (vast en tijdelijk personeel) en inhuur
  • Wetgeving
  • Fraude en onregelmatigheden
  • De rechtmatige organisatie

1. Programma O&O (organisatieontwikkeling) en de uitvoering van het HR-beleid

Terug naar navigatie - Programma O&O (organisatie-ontwikkeling) en de uitvoering van het HR-beleid

De ambitie van de organisatie is optimaal bij te dragen aan de realisatie van maatschappelijke opgaven en de realisatie van de ambities van het provinciaal bestuur. 

In 2023 heeft de organisatie belangrijke stappen gezet om vanaf 2024 te gaan werken vanuit een nieuw organisatiemodel. Met ingang van januari 2024 is de organisatie ‘gekanteld’ naar het nieuwe organisatiemodel. Alle medewerkers zijn (deels) ingedeeld in nieuwe teams en deze teams werken vanuit een aantal domeinen en stafafdelingen aan de doelen van de provincie.

Deze ‘kanteling’ heeft veel opgeroepen. In de uitgevoerde 0-meting is een duidelijk signaal naar voren gekomen van medewerkers dat de implementatie van de veranderende manier van werken nog niet overal goed functioneert. Dit heeft waardevolle inzichten opgeleverd en de directie is hierover in gesprek gegaan met alle teams en acties zijn afgesproken en opgepakt.

Vanuit het organisatieplan 2023-2027 en op basis van de afspraken met de OR is in 2024 gewerkt aan onderwerpen als Cultuur en Leiderschap, de werkwijze van Programmatisch en Projectmatig werken, de interne huisvesting van alle teams etc. In 2025 wordt verder invulling gegeven aan het thema resultaatsturing en de strategische personeelsplanning.

Uitvoering HR beleid

Traineeprogramma

In 2024 was enkel het traineeship Statushouders in uitvoering. Dit is gestart in december 2023 en heeft na het eerste jaar positieve resultaten opgeleverd. De zes trainees hebben zich bewezen als gedreven, loyale en kundige medewerkers met een sterke ambitie om bij te dragen aan de organisatie. Het intensieve schakeltraject heeft hun taalvaardigheid verbeterd (van B2 naar C1) en inzicht gegeven in de Nederlandse en Friese werkcultuur. Echter blijft taal en cultuur een uitdaging, vooral bij het veelvuldig gebruik van Fries.

Naast dat dit programma de trainees beter laat integreren in de maatschappij, biedt het de organisatie ook een mooie aanleiding tot een meer divers personeelsbestand te komen, wat uiteindelijk kan helpen voor een inclusieve organisatie. Het succesvolle initiatief wordt ook erkend door externe partijen, die regelmatig interesse tonen.

Leren en Ontwikkelen

Naast de reguliere opleidingen vanuit het Centraal opleiding budget en het Persoonlijk Budget Duurzame Inzetbaarheid (PBDI) dat medewerkers zelf inzetten, lag de focus in 2024 bij de ontwikkeling van het management. Er is een aantal leiderschapsdagen gehouden in het kader van het leiderschapsontwikkeltraject (LOT). Het management heeft daarnaast een verplicht inwerkprogramma gevolgd, passend bij het nieuwe organisatiemodel. De start van de geplande Team Ontwikkeltrajecten (TOT) is in de planning verschoven naar 2025.

Banenafspraak

Sinds de invoering van de participatiewet (2015) zijn organisaties met meer dan 25 medewerkers in dienst, verplicht om kandidaten uit het doelgroepenregister te plaatsen.  Vanuit HR wordt de werving, selectie, matching en jobcoaching gecoördineerd.

In het realiseren van de doelstelling vinden we het belangrijk om te investeren in een duurzame relatie met al geplaatste medewerkers, het 'plaatsen' van nieuwe kandidaten uit het doelgroepenregister en het begeleiden van de organisatie onderdelen waar deze kandidaten worden geplaatst. Er is veel aandacht voor aanpassing van werkzaamheden en begeleiding daar omtrent.

In de begroting 2024 hebben we een doelwaarde opgenomen van 30 fta (1 fta staat voor een werkweek van 25,5 uur). De doelwaarde is in 2024 bijgesteld naar 31,5 fta. We hebben uiteindelijk 26,6 fta kunnen realiseren. Dat is een lichte afname ten opzichte van de bestuursrapportage 2024.

Via onze dienstverleningscontracten is er nog 2,92 fta gerealiseerd in 2024. Het totaal komt daarmee uit op 29,52 fta.

Uw Staten hebben met een motie verzocht de inspanningen te leveren om de doelwaarde wel te halen. We hebben dit opgepakt en informeren uw Staten hierover in de eerstvolgende bestuursrapportage.

Werving en selectie

Ondanks de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt hebben we in 2024 het grootste deel van de vacatures met vaste werving kunnen invullen (144 van de 178 vacatures). Daarnaast kon een aantal vacatures waar bij de eerste keer open stellen geen geschikte kandidaten werden gevonden, later alsnog worden ingevuld.
Om dit resultaat te kunnen halen hebben we extra ingezet op arbeidsmarktcommunicatie, door bijvoorbeeld meer publiciteit te genereren via onze ‘werken bij provincie Fryslân’ pagina en gerichte LinkedIn posts. Daarnaast hebben we actief samengewerkt met onze Friese partners, zoals de Friese gemeenten en Wetterskip Fryslân. Deze samenwerking is essentieel in het vergroten van de wervingskansen en het gezamenlijk aanpakken van gedeelde uitdagingen. Door de krachten te bundelen, konden we vacatures sneller en effectiever invullen, wat niet alleen onze organisatie, maar ook de regio als geheel ten goede is gekomen.

Ziekteverzuim

We willen dat iedereen binnen de provinciale organisatie zich fit en gezond voelt, maar er zal altijd sprake zijn van ziekteverzuim. Wij richten ons op een ziekteverzuim van maximaal 4,5%. Over 2024 komt het gemiddelde ziekteverzuim om 5,3%. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2023 (gemiddelde in 2023 was 5,6%), maar wel een stijging ten opzichte van de bestuursrapportage 2024.

2. Het programma Digitale Transformatie

Terug naar navigatie - Digitale Transformatie

Provinciale Staten hebben vanaf 2023 extra middelen beschikbaar gesteld voor digitalisering. Begin 2023 gestart met de inrichting van de programmastructuur voor het programma Digitale Transformatie. Deze structuur zal de gedurende de looptijd van het programma de integrale sturing en het bereiken van de strategische doelen in brede samenhang gaan faciliteren.

Het Programma Digitalisering heeft in 2024 belangrijke fundamentele stappen gezet in onze digitale transformatie. Na de stevige basis die in 2023 is gelegd met de programmastructuur en governance, hebben we in 2024 weloverwogen keuzes gemaakt die cruciaal zijn voor onze lange-termijn digitaliseringsdoelen.

Een belangrijk inzicht uit dit jaar is dat duurzame digitale transformatie meer vraagt dan alleen technische vernieuwing. Dit heeft geleid tot een versterkte focus op het verstevigen van ons fundament, waarbij we nadrukkelijk kijken naar de samenhang tussen technologie, processen en mensen. Hoewel sommige oorspronkelijk beoogde resultaten meer tijd vragen dan voorzien, heeft deze grondige aanpak ons in staat gesteld om betere en meer toekomstbestendige keuzes te maken.

Concrete voortgang is geboekt bij het Klant Contact Centrum, waar de moderne digitale ondersteuning nu operationeel is en positief wordt ontvangen. Ook bij het complexe subsidiedomein hebben we, na zorgvuldige analyse, nu een helder beeld van de route voorwaarts. De vastgestelde roadmap combineert korte-termijn verbeteringen met een strategische visie op onze informatievoorziening.

Op het gebied van data hebben we belangrijke stappen gezet in het vertalen van onze ambities naar uitvoerbaar beleid. Dit versterken we door actieve kennisdeling met partners zoals de gemeente Leeuwarden in het Icoonproject Digitalisering, DataFryslân en het Planbureau Fryslân. Deze samenwerkingen bieden een waardevol platform voor het uitwisselen van ervaringen en inzichten op het gebied van data. Ook onze interprovinciale samenwerking heeft in 2024 meerwaarde bewezen, met name bij het maken van weloverwogen keuzes rond nieuwe technologieën zoals generatieve AI. Parallel hieraan zijn we gestart met het verstevigen van onze informatiebeveiliging, wat cruciaal is voor een betrouwbare en veilige digitale dienstverlening.

De uitgevoerde nulmeting voor digitale vaardigheden heeft ons waardevolle inzichten gegeven, waardoor we nu gericht kunnen investeren in de ontwikkeling van onze mensen via gerichte opleidingen en ontwikkeltrajecten.

Voor de komende jaren hebben we een duidelijke roadmap opgesteld met concrete fasering:

  • 2025: Focus op digitaal fundament, informatieveiligheid, dataorganisatie en -governance
  • 2026: Implementatie datagedreven werken
  • 2027: Digitale volwassenheid op beoogd niveau

Deze roadmap richt zich op vijf hoofdelementen:

  • Digitaal fundament
  • Dataorganisatie
  • Datagedreven werken
  • Informatieveiligheid
  • Digitale volwassenheid

Financieel liggen we op koers binnen het beschikbare programmabudget van €10,4 miljoen. De herijking van onze aanpak heeft geleid tot een scherpere prioritering van investeringen. We zien dat de complexiteit van digitale transformatie vraagt om een zorgvuldige balans tussen ambitie en realisme. Met de beschikbare middelen kunnen we de komende jaren verder bouwen aan een moderne, efficiënte en betrouwbare digitale provincie.

De inzichten en fundamenten die we in 2024 hebben gelegd, samen met de concrete stappen die we hebben gezet, geven ons vertrouwen in het vervolgtraject van onze digitale transformatie. We blijven daarbij vasthouden aan onze ambitie om de Mienskip optimaal te bedienen met moderne, gebruiksvriendelijke digitale dienstverlening.

3. De herinrichting van het provinciehuis en het hybride werken

Wat wilden we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?

De herinrichting van het provinciehuis en het hybride werken

Terug naar navigatie - De herinrichting van het provinciehuis en het hybride werken

Samen werken in onze nieuwe organisatiestructuur

Als organisatie zijn we in 2024 gaan werken volgens het nieuw organisatiemodel. Alle medewerkers zijn hiervoor ingedeeld en ‘geland’ in (nieuwe) teams. Voor ieder team is een thuisbasis in het provinciehuis gerecreëerd. Hierdoor kunnen medewerkers elkaar gemakkelijk vinden en samenwerken. Naast een ‘thuisbasis’ is het belangrijk dat teams met elkaar samenwerken. Om dit goed te faciliteren is er een aantal ruimtes ingericht voor projectmatig samenwerken. De verwachting is dat deze ontwikkeling de komende jaren doorzet en dat de behoefte aan ‘samenwerkingsruimtes’ toe zal nemen.

Naast het fysiek met elkaar samenwerken en overleggen is het ook belangrijk om op afstand met elkaar te kunnen samenwerken. Met collega’s, maar ook met externe partners. Alle vergader/overlegruimtes zijn daarom voorzien van beeldschermen en camera’s om ook op afstand elkaar goed te kunnen vinden. 

4. De Energie-neutrale organisatie

Wat wilden we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?

De Energie-neutrale organisatie

Terug naar navigatie - De Energie-neutrale organisatie

De provinciale organisatie heeft de ambitie om in 2025 energieneutraal te zijn. (Bestuursakkoord 2019-2023) Om dit doel te realiseren zijn er middels een implementatieplan 2 lijnen uitgezet:

  1. Provinciale kantoren isoleren en energie besparen
  2. Zelf duurzame energie opwekken op eigen daken en provinciale gronden. (zonne-energie en groen gas). De uitvoering loopt, waarbij de duurzame opwek van zonne-energie op provinciale  gronden  momenteel achter loopt op de planning.

In 2024 hebben we aanzienlijke vooruitgang geboekt met energiebesparende maatregelen op het Provinsjehûs en onze provinciale wegensteunpunten. Het Provinsjehûs is nu een energiezuinig gebouw met energielabel A+, inclusief het monumentale deel.

De belangrijkste maatregelen in 2024 waren de installatie van aanwezigheidsdetectie in combinatie met energiezuinige Ledverlichting en dubbele beglazing in het monumentale deel van het Provinsjehûs. Onze provinciale wegensteunpunten zijn in 2024 bijna allemaal voorzien van zonnepanelen, isolatie, Ledverlichting en aardgasvrije verwarming.

Dankzij de uitvoering van de meeste geplande maatregelen uit het implementatieplan voor een energieneutrale organisatie (2021) hebben we nu de meest rendabele energiebesparingen binnen onze gebouwen gerealiseerd. Dit heeft geleid tot een vermindering van het elektriciteitsverbruik met ruim 10% op het Provinsjehûs, terwijl het Swettehûs en de provinciale steunpunten nu energieneutraal zijn.

In 2025 ligt de focus op het vastleggen van concrete afspraken voor de ontwikkeling van eigen hernieuwbare energiebronnen, zoals elektriciteitsopwekking op provinciale gronden en groen gas uit bermgrasvergisting. Hiermee zetten we verdere stappen richting energieneutraliteit en zelfvoorzienendheid voor het Provinsjehûs, ons wagenpark en onze provinciale dienstverlening.

5. Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

De opbouw van dit deel van de paragraaf is aangepast naar aanleiding van de behandeling van de jaarstukken 2020 in Provinciale Staten. De basis voor deze paragraaf is het programma bedrijfsvoering en op verzoek van Provinciale Staten maken we in deze paragraaf op een eenduidige en navolgbare manier het capaciteitsbudget en de ontwikkeling daarvan inzichtelijk. In de tabel hieronder staat de omvang van het capaciteitsbudget, inclusief inzicht in het onderdeel dekking dat wij ontvangen voor capaciteit. Verder maken we inzichtelijk hoe het capaciteitsbudget zich heeft ontwikkeld na de bestuursrapportage 2023 en zo zullen we in elk P&C document de mutaties ten opzichte van het vorige document opnemen. Vervolgens visualiseren we meerjarig de ontwikkeling van het capaciteitsbudget vanuit de structurele en tijdelijke onderdelen.

Bedrijfsvoeringsbudget
Het bedrijfsvoeringsbudget is opgebouwd uit personele en materiële kosten. Een deel van deze kosten wordt gedekt door bijdragen van derden en vanuit tijdschrijven op met name projecten. In de volgende paragraaf gaan we nader in op de inzet van personeel, het capaciteitsbudget

Inzet beschikbare middelen – bedrijfsvoering

Inzet beschikbare middelen
Exploitatie Realisatie 2023 Begroting 2024 na wijziging Realisatie 2024 Saldo
Bedragen x € 1.000
Uitgaven
Capaciteitsbudget
- salarissen 78.769 80.389
- inhuur 9.445 8.871
Subtotaal capaciteitsbudget 88.215 94.617 89.260 5.357
Overige personeelskosten 1.345 1.799 2.671 -871
Kosten automatisering 7.865 8.272 6.907 1.365
Kosten huisvesting 6.999 7.850 5.674 2.177
Overig 5.056 6.780 5.234 1.546
Totaal bedrijfsvoeringskosten (A) 109.481 119.318 109.745 9.573
Dekking
Dekking capaciteit 18.638 23.374 20.480 2.894
Bijdrage van derden 2.621 1.924 2.306 -382
Totaal dekking (B) 21.259 25.298 22.785 2.512
Saldo van lasten en baten (A-B) 88.222 94.021 86.960 7.060
Terug naar navigatie - Bedrijfsvoeringsbudget

Het capaciteitsbudget en de dekking wordt onder het kopje capaciteitsbudget nader toegelicht.

De overige bedrijfsvoeringkosten (overige personeelskosten, huisvesting, automatisering en overige  kosten) vallen per saldo lager uit dan begroot.

De overige personeelskosten geven een overschrijding van € 1,4 mln.  Binnen de provincie wordt gebruik gemaakt van de Regeling Vervroegd Uittreden. Voor toekomstige verplichtingen is een voorziening getroffen van € 525.000 welke niet was begroot. De Provincie heeft een naheffing gekregen voor de Werkkostenregeling  van € 200.000. Deze was niet begroot.  Aan salarisopslagen is € 421.000 besteedt. Hier is niets voor begroot. De begroting en salarisbetalingen voor participatiebanen en werkervaringsplaatsen worden verantwoord bij beleidsveld 6.1 Mensen.  Sommige ervaringsplaatsen worden in opdrachtvorm (€ 186.000) weggezet en worden daarom bij 6.2 verantwoord. In 2024 is minder gebruik gemaakt van het Persoonlijk Budget Duurzame Inzetbaarheid (PBDI) waar elke medewerker recht op heeft (€ 479.000) . Daarbij zijn de kosten van het centraal opleidingsbudget overschreden met € 185.000. Tenslotte zijn de kosten van werving en selectie overschreden met € 119.000.

De automatiseringskosten vallen in totaal lager uit (totaal € 1,4 mln.). Door het in IPO verband laten factureren van de licenties, is er een wijziging in het factureringsritme, waardoor er voor 2024 minder lasten zijn genomen. Dit levert een onderbesteding in 2024 van € 420.000.  Verder is er  een positief effect op de bestedingen door per saldo lagere bijdragen aan  IPO / BIJ12 voor ICT-beheerskosten (totaal afgerond circa € 330.000). Bij het bestuursakkoord 2024 is door de Staten structureel € 1,2 mln. beschikbaar gesteld om de kostenstijging van informatievoorziening op te vangen en € 800.000 voor informatiebeveiliging.  Op het budget informatiebeveiliging is € 696.000 overgehouden. Door externe factoren is niet het gehele voor 2024 begrote budget uitgegeven. Zo heeft de organisatieontwikkeling geleid tot uitstel van de interne bewustzijnscampagne met betrekking tot informatieveiligheid. Die campagne is inmiddels gestart en loopt door tot in 2025. Daarnaast was er vertraging bij de besteding van middelen door vertraging in totstandkoming van wetgeving (Cyberbeveiligingswet). Ook de geplande aansluiting op het National Cyber Security Center (NCSC) liep aan de kant van NCSC vertraging op. 

Wat betreft de huisvestingskosten zien we dat vervangingsinvesteringen nog niet altijd hoeven plaats te vinden en dat  vervangingsinvesteringen met het oog  op het 'nieuwe  provinciale werken' worden uitgesteld om beter aan te sluiten bij het Organisatie en Ontwikkeltraject. Ook zijn sommige gehanteerde afschrijvingstermijnen (bijvoorbeeld meubilair, data/telecom en casco elementen als vloerafwerking/plafonds ) korter dan de werkelijke levensduur van het activum. Hierdoor blijven o.a. de kapitaalslasten achter bij de begroting. Ten opzichte van 2023 blijft er meer over omdat de activa met een afschrijvingstermijn van 12 jaar ook langer blijken mee te gaan.  De totale onderbesteding is ca € 1,9 miljoen aan afschrijvingslasten.  Bij het bestuursakkoord 2024 hebben de Staten € 167.000 structureel beschikbaar gesteld om de kostenstijging van gas/water/energie van het provinciehuis te dekken. In 2024 zijn deze kosten slechts met € 21.000 overschreden. De onderhoudskosten aan het provinciehuis vallen dit jaar lager uit (€ 159.000). Er is veel onderhoud gepleegd, maar in enkele gevallen is de planning net niet gehaald. 

Onder de categorie 'Overig' zien we onder meer dat er lagere uitputting is van het budget van de reserve groot onderhoud (totaal € 450.000). Het geplande onderhoud 2024 was voor € 1,2 miljoen begroot, waarvan € 705.000 is uitgevoerd. De planning is niet altijd gehaald.  Op programmaniveau (P06) loopt dit verschil weg tegen de mutatie van de reserve en is dan per saldo nul. De investeringen in laptops heeft inmiddels plaatsgevonden, echter gaan de afschrijvingslasten pas in per 2025. De investering in mobiele telefonie heeft enige vertraging opgelopen waardoor deze niet meer in 2024 kon plaatsvinden. Hierdoor blijven de kapitaallasten voor bedrijfsmiddelen achter op de begroting (€ 926.000).

Capaciteitsbudget

Terug naar navigatie - Capaciteitsbudget

Ten opzichte van de begroting blijft de uitputting van de salarissen en inhuur achter. Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt zijn sommige vacatures lastig in te vullen. Anderzijds is er minder inzet gepleegd op projecten en specifieke uitkeringen. Dit zien we ook terug in de lagere dekking hieruit. Gevolg hiervan is dat er ook minder dekking voor de indirecte kosten (overhead) is gerealiseerd. Naast de uitgaven voor salaris en inhuur is in de jaarrekening de mutatie van de reserve spaarverlof van € 0,5 mln. verwerkt en de vorming van de voorziening Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) van € 0,5 mln. (zie hiervoor programma 6 bedrijfsvoering) 

Het saldo van de baten en lasten met betrekking de capaciteit levert gesaldeerd een ‘plus’ op van circa € 1,8 mln. (lagere lasten van € 5,4 mln. versus lagere dekking van € 2,5 mln. en vorming reserve/voorziening € 1 mln.).

Onderstaand is het verloop van het capaciteitsbudget in de begroting ten opzichte van het autorisatiemoment 2024 weergegeven. Dit totaal sluit aan op het subtotaal capaciteitsbudget waarbij géén rekening is gehouden met het frictiebudget en de dekking vanuit tijdschrijven dan wel bijdragen van derden. In het overzicht is aangegeven of de uitbreiding van capaciteit wordt gedekt uit bijdragen derden of uit middelen van de provincie zelf. Tevens is aangegeven onder welk mandaat de wijzigingen zijn doorgevoerd. 

Ontwikkeling capaciteitsbudget Budget Dekking 2024 2025 2026 2027 2028
(bedragen x € 1.000)
autorisatiemoment december 2024 94.371 87.555 82.611 79.532 72.585
Wijzigingen onder GS mandaat Financieel kader begroting 2025 (loonsom 2025 te hoog geraamd) Basis -1.742 -2.279 -2.279 -2.279
Wijzigingen onder GS mandaat Septembercirculaire 2024 provinciefonds Basis 291 291 291 291
Wijzigingen onder GS mandaat Horizon project Tijdelijk Derden 25 415 323 323 323
Wijzigingen onder GS mandaat Detacheringen Tijdelijk Derden 95
Wijzigingen onder GS mandaat Actualisatie projecten Project Derden -160 587 187
jaarstukken 2024 94.331 87.105 81.133 77.867 70.920

Ontwikkeling capaciteitsbudget meerjarig

Terug naar navigatie - Ontwikkeling capaciteitsbudget meerjarig

Het capaciteitsbudget is meerjarig opgebouwd in de ruimte voor salarissen (vast en tijdelijk personeel) en inhuur. Een deel van dit budget is structureel. Het tijdelijke deel bestaat deels uit middelen die wij ontvangen van derden voor bijvoorbeeld de uitvoering van taken en projecten en deels uit middelen die Provinciale Staten beschikbaar stellen. Dit maakt dat het capaciteitsbudget flexibel is en fluctueert.

Dit leidt tot het volgende overzicht van het capaciteitsbudget waarin op hoofdlijnen zichtbaar wordt hoe het capaciteitsbudget zich meerjarig ontwikkelt op begrotingsbasis. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de basiscapaciteit (voor onze basis/structurele taken), tijdelijke capaciteit (budget voor extra taken met een bepaalde looptijd) en projectcapaciteit (verantwoording via tijdschrijven).

De toename van de basiscapaciteit in 2024 ten opzichte van 2023 komt door de extra middelen uit het bestuursakkoord (€ 3 mln.) en de ombuiging van bedrijfsvoeringsbudgetten naar capaciteit (€ 2 mln.). Dit deel van de bedrijfsvoeringskosten wordt namelijk gedekt uit de overheadopslag op de tarieven die worden doorberekend aan projecten. De totale capaciteit blijft daarmee gelijk. Er vindt alleen een verschuiving plaats tussen project- versus basiscapaciteit.

De afname van tijdelijke capaciteit (rode balk in bovenstaand overzicht) komt met name door de afloop van beleid en beschikbare middelen (waaronder Nij Poadium en Natuurpactmiddelen).

De afname projectcapaciteit komt met name door de afloop van de grote infraprojecten. In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met te verwachten additionele capaciteit die samenhangt met nieuwe projecten zoals bijvoorbeeld het NPLG / FPLG, bruggen PM-kanaal en mogelijk op lange termijn de Lelylijn. De tijdelijke en projectcapaciteit fluctueren. Het capaciteitsbudget neemt toe als er nieuwe middelen beschikbaar worden gesteld voor tijdelijke en projectcapaciteit door derden of door Provinciale Staten zelf. Het capaciteitsbudget neemt af als er tijdelijke projecten worden afgerond.

Meerjarig bezettingsoverzicht

Terug naar navigatie - Meerjarig bezettingsoverzicht

In onderstaand  overzicht staat de ontwikkeling van het aantal fte met een provinciaal dienstverband (vast en tijdelijk). In de berap presenteren we op peildatum ook een overzicht van de inhuur (aantallen).

Bezetting provincie Fryslân Dec.’23 Jan.’25 Jan.’26 Jan.’27 Jan.’28
stand januari 2025 en prognose 2026-2028
Prognose arbeidsovereenkomst bepaalde- en onbepaalde tijd ( fte, bron begroting 2025) 772 692 677 654
Bezetting arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd (fte) 707 714 694 681 663
Bezetting arbeidsovereenkomst bepaalde tijd (fte) 106 97 11 4 2
Totaal realisatie 813 811 705 685 665
bron: dashboard HR, Power BI, 8 januari 2025
Terug naar navigatie - Toelichting mjbo

De bezetting van medewerkers in provinciale dienst is eind 2024 uitgekomen op 813 fte.  

Deze realisatie wijkt af van de prognose in de begroting 2024 . Verklaring is dat de doelwaarde in de begroting 2024 is bepaald op basis van de beschikbare gegevens medio 2023 en uitgaat van de op dat moment geregistreerde gegevens.  In 2024 zijn er ten opzichte van die prognose medewerkers 'ingestroomd' ter vervanging van medewerkers die met pensioen zijn gegaan of zijn overgestapt naar een andere werkgever en waarbij vervanging nodig was voor de continuïteit van het werk. Verder zijn dienstverbanden voor bepaalde tijd aangegaan. Het gaat hierbij  om  werkzaamheden die zijn gekoppeld aan bijvoorbeeld de uitvoering van het bestuursakkoord of besluitvorming van Provinciale Staten.

Toedeling bedrijfsvoeringskosten aan BBV taakvelden

Terug naar navigatie - Toedeling bedrijfsvoeringskosten aan BBV taakvelden

In onderstaande tabel zijn de bedrijfsvoeringskosten onderverdeeld naar de BBV taakvelden. Doordat de inzet voor met name de spuk's op het gebied van natuur en landbouw en de realisatie van infrastructurele projecten is achtergebleven bij de planning, vallen ook de overheadkosten die samenhangen met  'Natuur' en 'Investeringen' lager uit dan begroot. De lagere kosten 'Overhead' is het effect van de onderbesteding op bedrijfsvoeringsmiddelen zoals eerder aangegeven. 

Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 na wijziging Realisatie 2024 Verschil begroting en rekening
Bestuur 5.607 5.406 201
Verkeer en vervoer 17.723 17.277 446
Water 3.210 3.089 121
Milieu 6.801 7.084 -283
Natuur 16.241 14.049 2.192
Regionale economie 5.138 4.625 513
Cultuur en maatschappij 5.673 5.428 245
Ruimte 6.118 6.010 108
Overhead 45.486 41.358 4.128
Investeringen 5.523 4.080 1.443
Voorzieningen 599 599 0
Onderhanden werken inrichtingsgebieden 1.199 741 458
Saldo bedrijfsvoeringskosten 119.318 109.745 9.573

6. Wetgeving

Wat wilden we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?

Wetgeving

Terug naar navigatie - Wetgeving

In 2022 is het programma Iepen Finster gestart. Onderdeel hiervan is de implementatie van de Wet open overheid (Woo).

Als onderdeel van de Woo moesten in 2024 vier informatiecategorieën openbaar worden gemaakt. Dit betreft de volgende categorieën: Wetten en algemeen verbindende voorschriften, Overige besluiten van algemene strekking, Informatie over organisatie en werkwijze en Informatie over organisatie en werkwijze. Deze zijn inmiddels openbaar gemaakt via Open.fryslân.frl. Daarmee voldoen we als organisatie aan de Wet Open Overheid voor de eerste tranch. Verder is het Woo-team, dat zich bezighoudt met de passieve openbaarmaking van informatieverzoeken, uitgebreid.

Om de informatiehuishouding te verbeteren hebben we onder meer een toetsing uitgevoerd op de informatiehuishouding aan de hand van KIDO (Kwaliteitssysteem Informatiebeheer Decentrale Overheden). Aan de hand van de uitkomsten is een aantal acties ter verbetering uitgezet.

7. Fraude en onregelmatigheden

8. De rechtmatige organisatie

Terug naar navigatie - De rechtmatige organisatie

Rechtmatigheidsverantwoording
Rechtmatigheid betekent dat alles wat de provincie doet volgens de wet- en regelgeving gebeurt. Dit geldt voor allerlei activiteiten van de provincie, zoals aanbestedingen, arbeidsomstandigheden, subsidieverstrekking en informatieverstrekking.

Bij de rechtmatigheidsverantwoording gaat het specifiek om het financieel beheer; alle inkomsten, uitgaven en veranderingen op de balans moeten volgens de regels zijn uitgevoerd.

Binnen de rechtmatigheidsverantwoording zijn drie begrippen belangrijk:

  1. Afwijkingen: Wanneer iets niet volgens de regels is gegaan (fouten) of wanneer het college niet zeker weet of iets wel volgens de regel is gegaan (onduidelijkheden);
  2. Onrechtmatigheden (fouten): Dit zijn duidelijke overtredingen van de regels bij financiële handelingen;
  3. Onduidelijkheden: Het college kan soms ondanks zorgvuldig onderzoek en na het inwinnen van advies niet vaststellen of iets wel of niet volgens de regels is gegaan.

Deze begrippen hebben betrekking op drie rechtmatigheidscriteria: begrotingscriterium, voorwaardencriterium en misbruikcriterium.

De geconstateerde onrechtmatigheden komen niet boven de op 23 oktober 2024 door u vastgestelde verantwoordingsgrens uit. Wel komen ze uit boven de vastgestelde rapporteringsgrens. De afwijkingen komen voort uit het voorwaardencriterium (het niet voldoen aan EU-aanbestedingsregels en de algemene subsidieverordening) en het begrotingscriterium. De eerste categorie is niet meer te herstellen. De tweede categorie, de begrotingsonrechtmatigheid, wordt bij de vaststelling van de jaarrekening 2024 alsnog rechtmatig omdat ze dan door u achteraf geautoriseerd worden.

Totale omvang (x €1.000)

Begrotingsonrechtmatigheid (bruto) 39.497
Totaal van de begrotingsonrechtmatigheid dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid (acceptabel) 39.497

Resterend saldo aan begrotingsonrechtmatigheid (netto)

0
Aanbestedingen 411
Totaal 411

Begrotingscriterium
 De begrotingsrechtmatigheid heeft betrekking op het financiële handelen binnen het kader van de geautoriseerde begroting. Dit wordt formeel als volgt omschreven:

“Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten (exploitatie), alsmede de balansposten (investeringen), dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten en baten vermeld die door u zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.”

Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dienen de afwijkingen in de jaarrekening herkenbaar te worden opgenomen en van een toelichting te worden voorzien. Als blijkt dat de gerealiseerde lasten en baten op programmaniveau hoger of lager zijn dan geautoriseerd, kan er sprake zijn van begrotingsonrechtmatigheid.

Over- en onderschrijdingen die gedurende het jaar bekend werden zijn in 2024 aan u voorgelegd, bijvoorbeeld via de bestuursrapportage of het autorisatiemoment december. Nog niet geautoriseerde over- en onderschrijdingen worden in de jaarstukken toegelicht en worden door de vaststelling van de jaarrekening door u alsnog geautoriseerd.

De verschillen tussen de geautoriseerde lasten en baten en de gerealiseerde lasten en baten worden in de jaarrekening onder 2.7 per beleidsprogramma weergegeven. Vanaf 2023 rapporteren wij ook over begrotingsrechtmatigheid bij de onderhanden en nog op te starten investeringen. Dit doen wij op het niveau waarop u krediet beschikbaar heeft gesteld waarbij beoordeeld wordt of er op totaal project- of programmaniveau een over- of onderschrijding plaatsvindt.

In 2024 is  sprake van een bruto begrotingsonrechtmatigheid van € 39,5 mln. De over- en onderschrijdingen passen echter binnen het bestaande beleid zoals door u is vastgesteld en leiden daarom netto niet tot een begrotingsonrechtmatigheid (zie verder onderdeel 2.10 Rechtmatigheidsverantwoording van de jaarrekening). Daarbij is ook niet vastgesteld dat de over- of onderschrijdingen ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd.

De over- en onderschrijdingen bij tijdelijke budgetten en reserves worden conform het gestelde in de nota uitvoering begroting en de nota reserves en voorzieningen verrekend met het volgende jaar. De budgetten waar dat niet volgens het vastgestelde beleid mogelijk is leiden tot een rekeningresultaat welke nader uitgewerkt is in onderdeel 2.8 van de jaarrekening. Een nadere toelichting hierop is te vinden in de beleidsprogramma's. Deze verschillen leiden niet tot een begrotingsonrechtmatigheid omdat ze als acceptabel worden beschouwd. Bij de overlopende passiva (met name specifieke uitkeringen) worden op de exploitatie de werkelijke uitgaven verantwoord, hiertegenover staat de bijdrage van derden veelal van het Rijk. Verschillen ten opzichte van de begroting zijn dan ook bij lasten en baten budgettair neutraal.

Voorwaardencriterium
 Het voorwaardencriterium heeft betrekking op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving, zowel intern als extern.

Met onze interne controles sluiten we aan bij de goedkeurings- en rapporteringstoleranties die de accountant hanteert. In nauwe samenspraak met de accountant hebben we de omvang van de steekproeven en de uit te voeren controles bepaald. De controles zijn uitgevoerd op de volgende processen: personeel, inkoop, subsidies en overige geldoverdrachten.

Aanbestedingsrechtmatigheid
De regels over aanbesteden staan in de Aanbestedingswet 2012 en het Aanbestedingsbesluit. In de Gids Proportionaliteit (flankerend beleid bij de aanbestedingswet 2012) zijn de voorschriften uitgewerkt over de eisen, voorwaarden en criteria die aan inschrijvers en inschrijvingen worden gesteld. Een aanbestedende dienst dient de voorschriften toe te passen of een afwijking in de aanbestedingsstukken te motiveren. Het ten onrechte niet toepassen van de Aanbestedingswet 2012 met betrekking tot deze Europese aanbestedingsnormbedragen bij een aanbesteding van opdrachten, leidt tot een financiële rechtmatigheidsfout. Het niet naleven van de overige normbedragen uit de 
 Gids Proportionaliteit leidt niet tot financiële rechtmatigheidsfouten voor zover de provincie afwijking hiervan adequaat heeft gedocumenteerd en gemotiveerd.  

Het EU-aanbestedingsproces bevat conform voorgaand jaar de meeste bevindingen ten aanzien van de rechtmatigheid. Het contractmanagement is decentraal belegd. De oorzaken van de onrechtmatigheden zijn divers maar liggen met name in het hebben van adequate kennis over het (EU)aanbestedingsproces/-recht, wijzigen van contracten maar ook in het inschatten van de opdrachtwaarde bij de start van de aanbesteding en het hebben van inzicht in de totale omvang van de opdracht. De organisatie dient hierin extra te investeren om het risico op onrechtmatigheden vanuit EU-aanbestedingen te mitigeren.

Bij vijf crediteuren is sprake geweest van het niet correct naleven van de aanbestedingsregels. In totaal betreft het een bedrag van € 410.886,-.
Het betreffen vijf onrechtmatigheden die in 2023 reeds zijn geconstateerd, maar waarbij geen nieuwe aanbesteding heeft plaatsgevonden waardoor de bestedingen ook dit jaar aangemerkt moeten worden als onrechtmatig.
Bij twee crediteuren is sprake van een langlopend contract. Het huidige contract zal opengebroken moeten worden om onrechtmatigheden in de toekomst te voorkomen.
Bij de drie overige aanbestedingen is reeds een aanbesteding in gang gezet of wordt onderzocht wat de mogelijkheden daartoe zijn.

Fouten of onzekerheden bij verstrekte subsidies
Wij hebben vanuit het oogpunt van efficiency gekozen voor een steekproefsgewijze controleaanpak. Dit leidt ertoe dat wanneer gevonden fouten in de steekproef niet “geïsoleerd” kunnen worden (dat wil zeggen: aantoonbaar dermate uniek dat zij op zichzelf staan en niet representatief te achten zijn voor de gehele populatie), deze geëxtrapoleerd moeten worden over (het relevante gedeelte van) de restpopulatie.

Bij de controle zijn bevindingen geconstateerd. Deze blijven onder de rapporteringsgrens en worden daarom niet vermeld.

Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium
 Het misbruik en oneigenlijk gebruik-beleid spitst zich toe op vergunningverlening, toezicht en handhaving en op misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies.

Vergunningverlening toezicht en handhaving
 Jaarlijks doet het college verslag over de uitvoering van de VTH-taken (vergunningverlening, toezicht en handhaving). Met het VTH-jaarverslag wordt teruggeblikt op het programma van het desbetreffende jaar als het gaat om de uitvoering van de taken op het vlak van vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht. De provincie voert de taken deels zelf uit (o.a. ruimte, groene regelgeving (vaar)wegen). Het merendeel van de
VTH-taken wordt echter door de uitvoeringsinstanties FUMO en ODG (Omgevingsdienst Groningen) uitgevoerd.

Op dit moment wordt de nieuwe Uitvoerings- en Handhavingsstrategie (U&H-strategie) ontwikkeld. Dit beleid zal in de plaats treden van het huidige VTH-beleid 2019-2023 welke is verlengd tot eind 2025. De nieuwe U&H-strategie zal begin 2025 ter vaststelling aan GS worden voorgelegd en per 1 januari 2026 in werking treden.

Misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies
In het Provinciaal Blad van 27 juli 2017 is de beleidsregel ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies 2017 gepubliceerd. Daarnaast zijn in de uitvoeringsregeling Asv provincie Fryslân 2022, die met terugwerkende kracht naar 1 juli 2024 in werking is getreden, bepalingen opgenomen met betrekking tot toezicht en handhaving. 

Met betrekking tot het aantal controles is niet aan de omvang zoals vermeld in de beleidsregel voldaan. Oorzaak is gelegen in het feit dat de huidige capaciteit niet in overeenstemming is met wat een volledige steekproef vraagt van de toezichthouders. De communicatie met subsidieontvangers en intern vraagt meer tijd dan oorspronkelijk gedacht en de resultaten van de controles leiden tot meer werk, omdat gevonden onregelmatigheden tot meer controles leiden.

De bewaarplicht van vijf jaar van stukken die betrekking hebben op de subsidieverstrekking die op subsidieontvangers rust en de begrenzing van de bevoegdheid tot terugvordering tot een termijn van vijf jaar na vaststelling leiden tot een termijn van vijf jaar na vaststelling waarin controles uitgevoerd en afgerond kunnen worden. Dat betekent dat in 2024 de vaststellingen uit de a-selecte steekproef over het jaar 2019 uitgevoerd en afgerond moesten worden. 

De totale a-selecte steekproefomvang bedroeg in 2019 157 zaken. Daarvan zijn 81 zaken in behandeling genomen. Als gevolg van verjaring hebben we niet alle in behandeling genomen controles kunnen afronden. Daarnaast zijn er controles uitgevoerd die betrekking hebben op de steekproefjaren 2020 t/m 2024. Er zijn daarbij geen gevallen van misbruik of oneigenlijk gebruik geconstateerd. 

Er zijn meerdere subsidies herzien lager vastgesteld. Verder zijn er tientallen onregelmatigheden geconstateerd. Voor één regeling is een rapportage opgesteld over de afgelopen vijf jaren.